Het was in oorsprong dus een graanzolder, boven een andere kamer, maar later werd het ook gebruikt voor bergplaats voor graan in het algemeen. Sommige informanten van het WZD wijzen er zelfs expliciet op dat de piezel gelijkvloers is, in tegenstelling tot de graanzolder. De betekenisverruiming ging nog verder, het kon ook wel eens een apart gebouwtje zijn, dat los van de schuur stond. De Vlaamse vorm pezel is vermeld voor Zuiddorpe. De naam piezel werd in Zeeland, onder andere op Walcheren, ook de naam voor een soort kast met deuren en laden waarin kledij kon worden opgeborgen. Ook moet eertijds - zie daarvoor ook het woordenlijstje van Kluit dat in een eerdere Nehalennia werd besproken - de uitdrukking gij hebt de sleutel van de piezel gehad gebruikt zijn om aan te duiden dat iemand netjes aangekleed of opgemaakt was. In het WZD staat te lezen dat piezel de benaming is voor de 'grote legkast voor linnengoed en kledingstukken; twee of vier deuren, bolpoten, in strenge rechte lijnen gebouwd; wel bekend', gevolgd door de opmerking dat het meer een burgerwoord is dan een boerenwoord. Er wordt ook nog een opmerking gegeven: de heer de Hullu had immers geschreven (Cadz. Landbouwer II, p. 52) dat de piezel in de 18de eeuw vervangen werd door het kammenet en dat de piezel daarom naar de zolder verhuisde en gebruikt werd om zijden spek, hammen en zakken meel op te bergen. Ook met kammenet zijn trouwens uitdrukkingen bekend in dezelfde sfeer als de hierboven geciteerde uitdrukking met piezel. Zo wordt voor iemand die het geld beheert wel eens gezegd zie eit de sloters van 't kammenet, 'oor. Voor iemand die op zijn paasbest is, hoort men wel eens dat ie uut 't kammenet estuukt is. In de streek van Axel werd de naam ten slotte ook gegeven aan een vierkante, bonte kist waarin op de dorsvloer het paardenvoeder werd bewaard. Fooi, vooi Eerder vroeg iemand me ook waar fooie, vooie voor 'rand van de schoorsteenmantel' vandaan komt. Het woord voye komt al in het Middelnederlands voor als weg of pad, maar is in die betekenis niet meer gebruikelijk. Het betekent ook - ook in Zeeland - 'omloop van een toren' Die betekenis was eveneens al bekend in het Middelnederlands en nu nog gewestelijk in Vlaanderen, het zuidwesten van Nederland en de Zaanstreek. Naast andere betekenissen is het ook bekend als uitstekende rand van verschillende zaken. Vooi voor de rand van de schoorsteenmantel bijvoorbeeld is bekend in het zuiden van Nederland en in Vlaanderen. De uitstekende rand gaf ook aanleiding om het woord te gebruiken voor bijvoorbeeld de klep van een pet of de rand van een hoed. Ook in het Frans is voie bekend. Het is een afleiding van het Latijnse via. Door de kerdoenze gaan Nog een vraag betrof de uitdrukking door de kerdoenze gaan. Kerdoenze is niets anders dan een kordon; de uitdrukking is in heel Zeeland bekend en wordt gebruikt als iemand een bestraffing krijgt als hij de verliezer is in een spel; hij of zij moet dan door twee rijen kinderen door, die dan zoveel mogelijk met hun vuisten op de rug van het kind slaan. Iets minder gewoon is de uitdrukking iemand deu(r) de kerdons 'aelen/'aolen dat 'onder handen nemen' betekent. Er zijn ook nog wat afgeleide betekenissen zoals 'veel kwaad spreken', 'ontslaan', en zelfs 'ontgroenen'. De uitdrukking door de kordons moetenlopen is afkomstig uit het militaire jargon. Het was een straf voor militairen. In navolging van dit militaire gebruik wordt het dus ook bij jongensspelen toegepast, zoals hierboven beschreven is Het woord kordon is daarbij in de verschillende dialecten op allerlei wijzen verbasterd, o.a. tot kar-, kerdon, kar-, kerdonsel, kardoes, kardoezel, en - misschien niet in Zeeland - de verbinding door de kordons tot dirkiedons, kurkedons, dirrekendons 49

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2005 | | pagina 51