De grenzen tussen land en water waren in onze zuidwestelijke delta altijd al vloeiend, en dat lijkt de laatste jaren weer meer dan ooit het geval. Landbouw moet ook hydrocultuur worden, vissers moeten hun producten niet meer vangen maar telen: zilte boeren moeten het worden. Met dat concept hebben wij, hier in schelpdierenland, overigens niet zoveel moeite. Maar de kans is óók niet denkbeeldig dat de plek waar wij nu staan in een niet eens zo verre toekomst toehoort aan het areaal van een verdronken stad - de stad Goes, door haar inwoners verlaten en overgegeven aan een rijzende, niets ontziende zee. Een nieuwe Achterberg staat dan misschien op. die niet over Reimerswaal maar over de ganzenstad zal zeggen: Een, die zichzelf niet meer bezit, is aan de mist geschonken. Klokken zijn mee verdronken en luiden dit ononderbroken. Maar niemand weet of ziet de plaats, waar alles ligt gezonken. Noten 1 De begeleiding van deze dag en de toelichting op de vier programmaonderdelen was in handen van medewerkers van de SCEZ. de Archeologische Werkgemeenschap Nederland (AWN). afdeling Zeeland en mw. Ria Geluk, die in Ouwerkerk historicus Jan Zwemer verving. Het programma startte in het Oosterscheldemuseum in Yerseke met bezoek aan de tentoonstelling 'Verdronken Dorpen van Zuid-Beveland' en een korte introductie van provinciaal archeoloog Robert van Dierendonck (SCEZ). De toer vervolgde met een bezoek aan de site Oud-Rilland o.l.v. Dicky de Koning van AWN-afdeling Zeeland, na een openluchtvoorstelling van Theater Kwark over de Sint-Felixvloed uit 1530 aan de zeedijk, met zicht op de site van het verdronken dorp. Om 13.00 uur ging het programma verder in het Historisch Museum De Bevelanden in Goes, waar archeologisch medewerker van de SCEZ Jan Kuipers de hier afgedrukte toelichting gaf op 'Sint-Felix quade saterdach' en het verband met Noord-Beveland. Kunstenares Lydia Schouten gaf aansluitend een toelichting op het Monument voor de Verdronken Dorpen, dat in 2006 nabij Kats verrijst. Vervolgens was er gelegenheid tot bezichtiging van de vaste tentoonstelling 'Verdronken Dorpen'. Daarna werd het programma voortgezet bij het Watersnoodmuseum in Ouwerkerk. Na een introductie door mw. Ria Geluk (tekst Jan Zwemer) kon hier de tentoonstelling 'Verdronken Dorpen op Schouwen-Duiveland' worden bekeken. Theater Kwark gaf buiten het museum eerst nog een tweede voorstelling over de Sint-Felixvloed. De Sint-Felixtoer was georganiseerd door de SCEZ als onderdeel van het project 'Verdronken Dorpen in Zeeland' (projectleider Leo Adriaanse, projectmedewerker Jan Kuipers). Met dit project wordt de aandacht gevestigd op de minstens 117 verdronken dorpen (inclusief één verdronken stad: Reimerswaal) op het grondgebied van de provincie Zeeland. Het gaat om kerkdorpen, die zijn weggevaagd of verlaten als gevolg van stormvloeden, soms ook gedurende langer lopende processen. Sporen in het landschap, bodemvondsten en archiefmateriaal herinneren ons tot op de dag van vandaag aan het leven van mensen op inmiddels verdwenen plekken. Het project wordt in de loop van 2006 afgerond, met de onthulling van het Monument voor de Verdronken Dorpen in Zeeland bij Katshoek. naar ontwerp van de Amsterdamse kunstenares Lydia Schouten. Voor meer informatie zie ook www.scez.nl (home>verdronken dorpen). 2 Transcripties door auteur. 3 Zie ook Jan J.B. Kuipers. 'Monument verdronken dorpen op Noord-Beveland', Archeologie Magazine 2005 nr. 5, 6-9; Leo Adriaanse, Robert van Dierendonck en Jan Kuipers (red.), Verdronken dorpen in Zeeland 2; special bij Zeeuws Erfgoed december 2005 (ook los verspreid i.e. verkrijgbaar bij de SCEZ). 28

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2005 | | pagina 30