Gemakshalve werd toen vergeten, dat ook dat eerste aantal van 1835 op onzekere gegevens berustte. Slachtoffers die pas later dan de tellingen het leven lieten als gevolg van de Ramp en andere factoren zorgden ervoor, dat zelfs in die moderne naoorlogse jaren geen exact aantal te geven was. Voor 5 november 1530 ligt het uiteraard nog moeilijker. Elke vergelijking zou ermee rekening moeten houden, dat de bevolking in de zestiende eeuw veel kleiner was dan in '53, dat er geen burgerlijke stand bestond en dat de communicatiemiddelen geringer en gebrekkiger waren. De vloed van 26 januari 1682, toen Valkenisse bij Waarde verloren ging, is eigenlijk de eerste watersnood waarvan we dankzij de opkomst van het pamfletten- en krantenwezen veel meer ooggetuigenverklaringen en andere schriftuurlijke reflectie bezitten. In 1530 was dat dus anders. De bekende kroniekschrijver Jan Janssen Reigersberg kon in zijn, in 1551 verschenen kroniek slechts het volgende over de ravage en het slachtoffertal meedelen: De St.-Felixvloed van 5 november 1530 sloeg vooral toe in het zuidwestelijk Deltagebied (afb. uitM.K.E. Gottschalk, 'Stormvloeden en rivieroverstromingen in Nederland', 1971-1977). 24

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2005 | | pagina 26