Links waarschijnlijk een jeugdportret van veldwachter Hennekam Jr. van Schore; rechts waarschijnlijk opnieuw W. Hennekam (Sr.) met echtgenote. Toen Hennekam zijn vader W. Hennekam opvolgde, verzocht het gemeentebestuur van Schore de commissaris van de koningin uitbreiding van de politiemacht op het dorp. Op feestdagen moest Schore namelijk vaak een beroep doen op onbezoldigderijksveldwachters, 'aangezien,zo lezen we in een brief van de burgemeester aan de commissaris, 'bij zulke gelegenheden uit omliggende gemeenten de meeste personen hier 's avonds blijven hangen en en dan veeltijds vechtpartijen voorkomen, zoodat één persoon niet voldoende kan surveilleren. Het verzoek werd niet gehonoreerd (part. collectie de weduwe De Dreu had. Dit bleek volgens Overduin niet alleen uit 'zijn verregaand liederlijk gedrag en de gesprekken die hij omtrent vrouw de Dreu op hoeken van straten en in herbergen voerde,' maar tevens uit zijn openlijke bekentenis, 'dat hij de vader is van drie alhier buiten echt geboren kinderen, terwijl het publiek hem nog meer dergelijk vaderschap toerekent.' Door dit alles kreeg de dokter zo'n afkeer van Overduin, dat hij alles in het werk stelde om de veldwachter weg te pesten. En hiervan kon de veldwachter de nodige voorbeelden geven. Toen hij bijvoorbeeld op 7 maart een bezoek bracht aan dokter Davenport in Middelburg - een arts die in dienst van de Sequah-maatschappij alternatieve geneeskunde beoefende en die door de gevestigde medische orde als een kwakzalver werd gezien - was dit voor Boogaert aanleiding om Overduin bij de dorpelingen belachelijk te maken. Zo zou hij een zwakzinnige jongen op het dorp hebben aangemoedigd de veldwachter voortaan 'Sequah' te noemen. 17

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2005 | | pagina 19