HET MOOISTE ZEEUWSE WOORD De verkiezing van het mooiste Zeeuwse dialectwoord (3) Cees Maas Een tijdje geleden werd het mooiste Zeeuwse woord gekozen, door lieden die met grote waarschijn niets beters te doen hebben. Hostemokke werd het op één na mooiste woord; het was wel het meest ingezonden woord. Lachen was dat, en ludiek. Er werden gelijk ansichtkaarten gedrukt. Dikke pret. Ja, Zeeland ging de wereld weer in als dat duffe margarinetrutje (quote: CdK Wint van Gelder) dat ook weer eens iets leuks had. Apies kijken met een taal. Dat hostemokke als woord werd erkend, heeft mij persoonlijk als Zeeuw die zelfs droomt in het Zeeuws, zeer verdroten. Jakkes, wat een armoedebod! Het is drie keer niks. Want hostemokke is nauwelijks Zeeuws (een afgeleide kom je ook tegen in de lokale taal van Duinkerke), en een laf woord, een truttig Libelle-woord, een woord voor mutsen en bovendien: een verbastering van een vloek, gebezigd door hen die niet ronduit uit volle borst een echte vloek durven uitslaan. De watjes. Hostemokke is een watjeswoord. Het is een beetje als 'Jeetje', door de EO verboden, omdat het een verbastering zou zijn van de voorletter van Jezus Christus, de grote vrijheidsvechter van dertig na nul. Begrijp me goed, ik ben er eentje die absoluut niet religieus is en wanneer ik bij het timmeren op mijn nagel hamer, vliegen de grootste hodvers het huis door. Maar ik hou van mijn taal. En mijn taal hostemokkeis Zeeuws. En dat Zeeuws, nimmer zal ik ophouden het van de daken te prediken, bestond allang voor wat Brabantse dialecten en een enkele Noord-Hollandse streektaal (het Haarlems) werden samengevoegd tot wat we nu verstaan onder het Algemeen Beschaafd Nederlands. Het is dat het Zeeuws geen schrijftraditie kent en daarom een ondergeschoven dialect is gebleven, dat binnen twee generaties een dode taal zal zijn, anders zou heel Nederland nu juun zeggen tegen uien, wuuf tegen moeders, een dulleve tegen een sloot en hosvadden tegen graszoden. Hostemokke. Het is een vloek, een daarom alleen al kan het nooit het mooiste woord zijn. Want mooi is prachtig. En een woord dat een diepste heiligheid van een ander beledigt, kan nooit prachtig zijn. Dat is alleen onfatsoenlijk. Dat verkies je niet als mooiste woord. Want daarmee degradeer je je eigen taal. Zoals de onnadenkende lieden die Zeeuws 'plat' noemen en daarmee hun eigen taal van een negatieve kwalificatie voorzien. Buitendien hoor je hostemokke bijna nooit in de dagelijkse communicatie op de Zeeuwse straten. In die zin is het woord een leugen, een verzinsel van hen die meer bezig zijn met folklore dan met de moderne werkelijkheid. Je zou met evenveel recht kunnen zeggen: neuken is het mooiste Zeeuwse woord. Dat is trouwens nog algemeen gangbaar onder de oude Zeeuwen en met dat werkwoord bedoelen ze zelden de voortplantingsdaad. Neuken in de zin van 'een opdonder geven', of: ergens vanaf vallen. de haf'em toch een neukzeggen we als we bedoelen dat hij iemand een harde klap gaf. Of: de neukte van de waegen', dat hij van de wagen was gevallen. 23

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2005 | | pagina 25