de compagnie juist het redmiddel gezien dat het zorgvuldig gekoesterde Zeeuwse onaflhankelijkheidsideaal kon bewaren. Om tegenwicht te bieden aan de Amsterdamse zuigkracht keerden de Zeeuwen zich meer en meer af van de door Holland gewenste vrijhandel ten gunste van het fenomeen handelscompagnie dat als een rots in de branding de bedrijvigheid voor de provincie moest zien te behouden. Ironisch genoeg werden de meest fervente tegenstanders van de VOC uit 1602 daarom weldra haar grootste propagandisten. Lezing gehouden op de 16' Historische Studiedag over 'Zeeland en de VOC' op 1 november 2002. Een eerdere versie werd uitgesproken op 4 april 2002 tijdens een bijeenkomst georganiseerd door de gemeente Middelburg, het Nederlands Centrum voor Handelsbevordering en de Kamer van Koophandel voor Zeeland ter gelegenheid van de Zeeuwse opening van het jaar van de VOC. Literatuur C.R. Boxer, The Dutch Seaborne Empire 1600-1800 (Londen 1956). J. Cats, Twee en Tachtig Jarig Leven, van zijn geboorte af tot zijn dood toe (ed. Schiedam 1852). F. van der Doe en A. Wiggers, 'De kamer Zeeland van de VOC als werkgeefster. Enige opmerkingen over haar personeel aan de wal in de tweede helft van de 18e eeuw', Zeeuws Tijdschrift 37 (1987) 107-113. F. van der Doe en A. Wiggers, 'Varen voor de kamer Zeeland van de VOC. Enige opmerkingen over zeevarenden aan boord van de Zeeuwse schepen in de 18e eeuw', Zeeuws Tijdschrift 37 (1987) 209-221. V. Enthoven, '"Veel vertier". De Verenigde Oostindische Compagnie in Zeeland. Een economische reus op Walcheren', Archief. Mededelingen van het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen 1989) 49-127. V. Enthoven, Zeeland en de opkomst van de Republiek. Handel en strijd in de Scheldedelta c. 1550-1621 (Dissertatie Leiden 1996). J.A. Gonsalves de Mello, Nederlanders in Brazilië (1624-1654). De invloed van de Hollandse bezetting op het leven en de cultuur in Noord-Brazilië bezorgd door G.N. Visser en B.N. Teensma (Zutphen 2001). Hugo de Groot, Verhandeling over het recht op buit, vertaald door dr. Onno Damsté (Leiden 1934). C. Lesger, Handel in Amsterdam ten tijde van de Opstand. Kooplieden, commerciële expansie en verandering in de ruimtelijke economie van de Nederlanden ca. 1500- ca 1630 (Hilversum 2001). J.A. Moor, 'Zeeland en de VOC: de vrijbuiter getemd' in: J. Bethlehem en A.C. Meijer (red.) VOC en cultuur. Wetenschappelijke en culturele relaties tussen Europa en Azië ten tijde van de Verenigde Oostindische Compagnie (Amsterdam 1993) 109-133. D. Roos, Zeeuwen en de VOC (Middelburg 1987). Sir William Temple, Observations upon the United Provinces of the Netherlands, edited by George Clark (Oxford 1972). W.S. Unger, 'De gebouwen van de Oost-Indische Compagnie der Kamer Zeeland', Oudheidkundig Jaarboek van de Nederlandschen Oudheidkundigen Bond 8 (1928) 56-82. W.S. Unger, 'Het inschrijfregister van de kamer Zeeland der Verenigde Oost-Indische Compagnie', Economisch-Historisch Jaarboek 24 (1950) 1-33. 8

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2005 | | pagina 10