MOKOKÈ! LAE MAE, KET ALANKA. De verkiezing van het mooiste Zeeuwse dialectwoord (2) Veronique De Tier 0. Inleiding In het vorige nummer van Nehalennia bespraken we de woorden die verkozen werden in dc dialectwedstrijd, die naar aanleiding van het 75-jarige bestaan van de Zeeuwsche Vereeniging voo Dialectonderzoek gehouden is in de maanden september en oktober 2004. Aan de deelnemers wen niet alleen gevraagd hun mooiste woorden in te sturen, maar ook hun favoriete uitdrukkingen. Deze keer bespreken we de dialectuitdrukkingen die in de top vijf eindigden. Een grote groep mensen koos voor sjibboletachtige uitdrukkingen van het type Lae ma, lae ma, ke alanka 'laat maar, laat maar, ik heb het al lang gehad', Mokokè 'moet ik ook hebben', Oemoemenoc 'hoe moeten we nu'. Sjibbolets zijn taaluitingen met één of meer specifieke kenmerken die he mogelijk maken om de spreker te identificeren als iemand van binnen of buiten de eigen groep, in dit geval Zeeuwstalig of niet-Zeeuwstalig. Deze drie klankuitingen eindigden dus als winnaars. Op 4 en 5 stonden uitdrukkingen waar een typisch Zeeuws element in te vinden is, nl. Bel, bel, bel, 'i is vrêêd 'wel, wel, 't is toch erg, niet waar' en Kwa, zei buure, en ze bleef nog een uure 'kom zei de buurvrouw, en ze bleef nog een uur'. Zowel bel als kwa worden vooral in Zeeland gebruikt Voor het verloop van de wedstrijd verwijzen we naar het vorige nummer. 1. De winnaars 1.1. Lae mae, lae mae, ket alanka 31 Personen hebben deze of een variant van deze sjibboletachtige zin ingestuurd, dikwijls met de motivering dat dit echt Zeeuws is. Sommigen kennen het in combinatie met kankalanka 'kan ik al lang'. Anderen vragen eerst za je 't ouwe a je 't oad aTwaarop dan lae mae, ket alank a volgde. Misschien stel ik sommige Zeeuwen teleur door te zeggen dat dit sjibboletachtige zinnetje niet alleen in Zeeland gebruikt wordt. Zelf gebruikte ik een deel van deze uitdrukking al in de titel van een artikel over Oost-Vlaamse sjibbolets: 'Al lank aa: Oost-Vlaamse spot- en visitekaartzinnetjes'(De Tier en Vandekerckhove 2003: 261). In Zele (in Oost-Vlaanderen) bestaat immers een Vereniging ter bevordering van het origineel Zeels en die heet al lank aa. Het eerste deel van het zinnetje klinkt in het Zeels een beetje anders. De volledige uitdrukking is namelijk zoeëtja? Oe! Al lank aa 'Zooit kookt) het al? Oei, al lang, hoor'. In dat artikel ging het eigenlijk over spotzinnetjes, maar eigenlijk zijn dergelijke klankuitingen niet spottend bedoeld. Er wordt niet echt gelachen met opvallende dialectkenmerken. Het is vooral een klankspelletje, dat liefst onverstaanbaar is voor buitenstaanders, waarmee dialectsprekers zich kunnen profileren en identificeren als lid van een bepaalde groep. Wie de betekenis kent, hoort erbij. En dat is dus ook wat Zeeuwen met dit zinnetje willen bewijzen. Engel Reinhoudt noemt dit in een artikel in de PZC 'ammekoorewoorden'. Hij gebruikte het in een artikel over de Zeeuws- Vlaamse groep De Lamaketta's en schrijft: 'Kantalanka, eijtokka, kruketier, mokkokè... Het blijft een leuke bezigheid om "ammekoorewoorden" te ontcijferen en regelmatig doen lijstjes met deze woorden de ronde op feestjes en partijen.' En blijkbaar klopt het als we onze top drie mogen geloven. 20

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2005 | | pagina 22