2 De laag vast en stevig vet tussen huid en vlees van een dier, meestal van een varken? Spek,
vi \pek Zeeland algemeen. ZVW. (Gde./Nvt.: reuzelNvt.: reuzelkoeke).LvH. (Lam./Kt.: reuzel).
V it.: vat.
2> Spek dat gezouten is? Gezoute(n) spek Zeeland algemeen.W. Ok.: pekelspek); ZB. (Bsl.; Dw.
er Ovz.: pekelspek; Hrh., Kwd., Ndp. en Ril. ook spek uut de stange); SchD. Otl.zout spek);
Z W. (Gde./Nvt.: zout spek; Nvt.: spek, vetspek); LvH. (Hek. ook zoutspek); ZVO-zd. (Ovs.: zout
sp k; Zdp.); Vput.: bukspek.
2' Spek dat gerookt is? Gerö(ó)ktgerookt/geruëkt spek, róökspek, raokspek, ruëkspek Zeeland
al meen.
3( Een lapje spek? Speklap(je) W. (Kod.; Ok.; Osb.: 'n stikje spek); ZB. (Bsl.: 'n kruppe; Gpol.;
H Hrh., Ktg., Kwd., Ndp. en Ovz.: 'n krupje spek, uut'ebakke; Ier.; Kn.; Ril.: buukspek); T.
k; pe, kripje (Mtd.; Ovm.; Phi.; Po.; Scherp, en Tin. ook speklapje); SchD. (Bns. ook kribje;
N k.,Otl. en Zr.: krippe (kripje) spek; Rns.); ZVW. (Cz./Zzd.: stikje spek; Nvt.; Gde./Nvt.: zieje);
I, (Ax.); LvH. 'n stiksken spek (Hek.; Klz.; Lam./Kt.: ne schelleken -); ZVO-zd. schelle (Ovs.;
Z GOfl. (Odp.: schieve spek); Vput.: vette lapals het doorregen is.
Het randje huid dat vastzit aan een lap spek? Het wordt meestal niet opgegeten. W.
zi er te, zwere (Amd.; Mik.; Ok.; Osb.); ZB. zwirte algemeen (Hrh. en Ovz. ook zwêêrte); T.
r erte (Ank; Mtd.; aantek. Ovm.: spek mit 'n randje vlêês d'r an is buukspek en de arde randjes
v. 't gebakke spek bin de spekkosjes; Phi. en Po ook: zwirte; aantek. Scherp.: vroeger wiere de
v :es mi strooi schöóngebrand, de zweerte was dan een bitje geroosterd en dat kon je zo ete. Van
cl. 'uuk was 't lekkerste, dat was dunner as van de rik; aantek. Tin.: spekkosje: dae kojje lekker lang
o: tabbele.Me naemen ze mee nae schole in j ad êêl de dag wat in je mond zonder da je tanden d'r
i van wiere); SchD. zweert(e) (Bns.; Nwk.; Otl., Rns. en Zr. zweerde); ZVW. (Cz./Zzd.: ve/;Gde.
c Nvt.: zwèretje, zwèrt); LvA. (Ax.: zwèrtje: als het krokant gebakken werd was het een lekkernij);
1 I. zwjèrd (Hek.; Klz.; Lam./Kt.); ZVO-zd. (Cg. en Kw.: zwoerd; Ovs. en Zdp.: zwirt); GOfl.
p.: zweerte); Vput.: zwaretje.
Vlees afkomstig van de bil en de dij van het varken? Het wordt rauw of gekookt gegeten,
wijls als broodbeleg. 'Am(me) Zeeland algemeen. ZVW-zd epse (Kw.; Ovs.; Zdp.).
Vet dat uit de buik van varkens wordt gesmolten? (Spek)vet W. (Kod.; Mik. en Ok.: reuzel;
Osb.); ZB. (Bsl.; Dw., Gpol. en Kwd.: reuzel; Ha.: buukspek; Hrh., Ndp. en Ovz.: reuzel, van de
nse; Ier.; Kn.; Ktg.: vèrkesvet); T. (Mtd., Phi., Po. en Scherp.: reuzel; Ovm.; Po./Scherp.:
r. zelvet; Tin.: buukspekaantek: ook een bijnaam voor een nogal dikke jongen: Jan Buukspek);
tD. reuzel (Bns.; Nwk.; Otl.; Rns.; Zr.); ZVW reuzel (Cz./Zzd.; Gde.; Nvt.); LvA. (Ax. ook
izel); LvH. (Hek. en Lam./Kt.: reuzel; Klz.: reuzelvet; aantek. Lam./Kt.: plukvet; vet dat van de
t tenkant van bijv. de darmen komt); GOfl. (Odp.: reuzel); Vput. Aantek.: plokvat is niet te
gébruiken.
Koud, dierlijk vet dat als broodbeleg wordt gebruikt? Reuzel Zeeland algemeen. ZB (Ktg.:
pvet; Kwd.: vet, uut'ebakke reuzel; Ndp., Ovz. en Ril.: spekvet); T. (Mtd. en Po.: reuzelvet;
m.: spekvet; Phi.; aantek. Scherp.: je spekvet en wostevet, dae wier stropievet van gemaekt);
hD. (Bns.: reuzelvet; Nwk.; Otl.: spekvet; Rns.: uuthebakke spek; Zr.); ZVW. (Cz./Zzd.; Gde.;
t.: reuzel; vet van uitgebakken spek met stroop vermengd is stroopvet); LvA. (Ax. ook speh'et);
H. (Hek.: reuzelvet; Klz.: vet; Lam./Kt.); ZVO-zd. (Kw. en Ovs.: smout; Zdp.: vet); GOfl. (Odp.:
ekvetVPut.: kransvat, ruuzel.
Kleine stukjes die bij de zuivering van varkensvet overblijven? Kaentjes, koontjes, kaantjes,
'.ontjes Zeeland algemeen. Kaoikes voor LvH. en ZVO-zd. VPut.: kooitjes.
Slecht ruikend en smakend, gezegd van spek en ander vlees, dat dan vaak een gelige kleur
eft? gastig, hastig W. (Kod. rinzig; Ok.: ranzig; Osb. ook ranzig); ZB. (Bsl.; Dw.; Gpol.; Ha.;
Th.; Ier. en Ktg.: ranzigKn.; Kwd.; Ndp.; Ovz.; RIL); T. (Mtd.; Ovm., Po. en Scherp.: ranzig;
59