De Lamaketta's hebben hun naam hierop gebaseerd. Engel Reinhoudt schrijft: 'Een naam was gauw verzonnen. In de Randstad studerende bandleden deden het bij hun huisgenoten vaak voorkomen lat ze een vreemde taal spraken en riepen elkaar zinnen toe als damoekoekain (dat moet ik ook ebben), doedatanmaa (doe dat dan maar) en lamaketta (laat maar ik heb het al). Besloten werd de and de naam Lamaketta's mee te geven.' un cd heet - jawel, alweer zo'n 'ammekoorewoord' - Biet-ie akum aai 'bijt hij als ik hem aai'. Ze ■ijn niet de enigen die van dit klankrijk zinnetje gebruik hebben gemaakt. Ook de groep Grysl abruikte het als naam voor een van hun nummers: bietnakkenaaie. Dit zinnetje werd in de alectwedstrijd trouwens ook acht keer opgegeven. i het Woordenboek van de Zeeuwsche Dialecten (WZD) is de lae ma-uitdrukking niet geattesteerd, iet woordenboek vermeldt wel lank naast langemet een hele reeks voorbeelden, maar geeft geen oorbeeld van ket a lank a. Ook de bijt-variant is er niet in te vinden. 2. Mokokè 'Dok nummer twee Mokokè is van hetzelfde type, een spel met klanken. Het werd ingestuurd door iertien invullers. In het WZD wordt de uitdrukking niet vermeld bij moeten. Ghijsen meldt wel dat erwaarlozing van de uitgang zowel in het meervoud als het enkelvoud voorkomt en geeft een paar oorbeelden. De vorm motten wordt gebruikt op de Bevelanden, Tholen, Sint-Philipsland, chouwen-Duiveland en Goeree-Overflakkee. )it zinnetje is misschien niet de naam van een cd of van een nummer, maar is wel de titel geworden v an een film. Filmmaker Boris Everts uit Utrecht heeft voor het Zeeuws Museum de film Mokoke gemaakt, een film van tien minuten die gebruikt wordt in een museumles over kleding en mode. 3. Oemoemenoe \ra de cd en de film, komen we terecht bij de rugbyclub van Middelburg met nummer drie uit de reeks: oemoemenoe. Noe is het meest Zeeuwse element in deze klankrijke uitdrukking. In heel wat mdere streken zou de uitdrukking wellicht oemoemenu of oemoemenou klinken. Het laatste oe-tje geeft het een echt Zeeuws tintje. Een informant voegde nog een moe toe: oemoemenoemoe 'Hoe moeten we nu, moe?' Dat deze Zeeuwse uitdrukking heel wat impact kan hebben, bewijst de toelichting die een van de inzenders geeft bij haar opgave: 'Omdat het voor niet-Zeeuwen zo ontzettend moeilijk is om uit te ■•preken. Dat was ook een van de redenen dat mijn man en ik onze woonboot Oemoemenoe gedoopt hebben. Wij hebben vier jaar op de woonboot gewoond en de reacties van mensen die langskwamen waren schitterend. Je zag die mond bewegen als ze probeerden het woord uit te spreken. Bijna iedereen stond zich af te vragen wat het betekende en we werden er dan ook vaak op aangesproken. Voor ons had het dopen van onze woonboot in Oemoemenoe een persoonlijke betekenis. Wij kenden elkaar nog niet lang, kwamen uit Zeeland, gingen naar de Randstad en gingen bovendien ook nog trouwen want samenwonen mocht niet van onze ouders. Welke richting we opgingen was dus totaal onzeker en wat de toekomst ons zou brengen ook. Vandaar: oemoemenoe. Het is helemaal goed gekomen met ons. Na tien jaar Randstad gingen we gelukkig weer terug naar Zeeland en we wonen er nu al twintig jaar.' 1.4 Bel, bel, bel, 't is vrêêd Van een ander type zijn nummer vier en vijf van ons winnaarslijstje. In de uitdrukking Bel, bel, bel, 't is vrêêd valt vooral bel op. Het is niet exclusief Zeeuws, maar wordt er wel vaak gehoord. Bel, bel is een nevenvorm van wel, wel. Het is een aanhefwoord, dat gebruikt wordt om verbazing of verrassing uit te drukken. Volgens het WZD zou bé iets minder uitdrukkelijk zijn. Bel kan gecombineerd worden met andere 21

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2005 | | pagina 23