De val van Walcheren Het Duitse verdedigingsconcept van de Atlantikwall was er op gericht dat de aanvaller op ói stranden moest worden tegengehouden. Toen de geallieerden eenmaal vaste voet aan wal hadde 1 gezet, was de val van Walcheren dus onvermijdelijk. Vijf dagen na de geallieerde landing b Vlissingen en Westkapelle gaf de Duitse bevelhebber, generaal Daser, zich in Middelburg over. O 8 november 1944 waren de laatste Duitse steunpunten op het Zeeuwse schiereiland veroverd en wa heel Walcheren in geallieerde handen. Het doel van de geallieerde operaties tegen de Duitsers op Walcheren, namelijk een vrije doorvaar over de Westerschelde. was na de Duitse overgave echter nog altijd niet bereikt. Meer dan 100 mijnenvegers voeren zestien maal de Westerschelde op en neer en ruimden bijna 30 mijnen. Op 28 november 1944 liep het eerste geallieerde konvooi de haven van Antwerpen binner De Duitsers probeerden ook na de val van Walcheren op tal van manieren de inzet van de havensta ten behoeve van de geallieerde oorlogsinspanning te voorkomen. In totaal werden 1.216 stuks VI en V2-raketten op de havenstad afgevuurd. Tegen de geallieerde scheepvaart op de Westerscheid werden daarnaast vele motortorpedoboten en miniduikboten ingezet. Zelfs het beruchte Duits* Ardennenoffensief in december 1944 had de herovering van Antwerpen tot ultiem doel. Ondank alle Duitse tegenmaatregelen zijn tussen december 1944 en mei 1945 minstens de helft van all benodigde voorraden voor de geallieerde strijdkrachten in West-Europa via de haven vai Antwerpen aangevoerd. Analyse achteraf van de geallieerde operatie tegen Walcheren 1Overschatting van de Duitse sterkte Het geallieerde optreden tegen Walcheren in oktober en november 1944 werd gekenmerkt door drie factoren. In de eerste plaats werd de kracht van de Duitse verdediging, zowel in kwantitatieve al in kwalitatieve zin, duidelijk overschat. Dat was waarschijnlijk mede een reactie op de nederlaag van de Engelse luchtlandingstroepen bij Arnhem in september 1944. De voornaamste reden voor dt mislukking van operatie Market Garden lag in het feit dat de geallieerden op voorhand de Duitse tegenstand bij Arnhem onderschat hadden. Bovendien gelden amfibische operaties als een van de meest complexe onderdelen van de oorlogvoering. In de Eerste Wereldoorlog waren Engelse landingen in Oost-Afrika in 1914 of bij Gallipoli in 1915 op een debacle uitgelopen. Ook in de Tweede Wereldoorlog waren verschillende amfibische operaties, waaronder Narvik in 1940 en Dieppe in 1941, volledig mislukt. De moeilijkheid van de operatie en het gebrek aan voorbereiding gaven de Engelsen dan ook voldoende aanleiding om hun landingen op Walcheren met zorg tegemoet te zien. De voornaamste Duitse eenheid op Walcheren in november 1944 was de 70e infanteriedivisie. Hel betrof een reserve eenheid die ook wel 'Magenkrankendivisie' of 'Wittebrodendivisie' werd genoemd. Aan het einde van de oorlog was het tekort aan soldaten zo nijpend dat de Duitsers zelfs maagpatiënten hadden oproepen voor dienst in het leger. Het percentage maaglijders bij de infanterie van de 70e divisie bedroeg 90%, bij de artillerie 75% en bij de staven 50%. Naast de slechte fysieke conditie van haar soldaten was de 70e infanteriedivisie niet meer op sterkte door de gevoelige verliezen die zij kort daarvoor bij de geallieerde opmars in Vlaanderen en Zuid-Beveland had geleden. De materiele uitrusting van de 'Wittenbrodendivisie' liet ook te wensen over. Zware wapens als artillerie, luchtafweer- en antitankgeschut ontbraken of bestonden uit verouderde en buitgemaakte kanonnen. De Duitse eenheden op Walcheren waren daarom van een kwaliteit die hen geschikt maakte om een vaste stelling te verdedigen, maar niet om grootschalige 8

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2005 | | pagina 10