Een Zeeuwse kwestie uit 1467 riep bij mij een recente geruchtmakende moord in gedachten. Omstreeks 1466 werd de Zierikzeese poorter Betsman Hugo Boomszoon door Adriaan Heinenzoon Pier Heinenzoonszoon en enkele medestanders doodgeslagen. De hoofddader werd verbannen maar bleef vrij rondlopen en keerde zelf in 1467 naar zijn woning in Dreischor terug. Daar werd Adriaan door Ole. de broer van de vermoorde Betsman, en enige medestanders vermoord. Ole sneed zijn keel af en legde zijn wapens en vier zilveren stuivers op het lijk. (NB Mohammed B., de moordenaar van Theo van Gogh, sneed zijn slachtoffer de keel af, prikte twee dolken in zijn lichaam en liet een boodschap achter...) Rituelen zijn van alle tijden. Overigens deed Ole in dit geval nog meer. Hij onteerde het lijk van zijn tegenstander op grove wijze door tevens de neus af te snijden. Volgens een latere aanklacht had Ole bij het lijk van Adriaan naast 'zyn keel, zyn nuese' zelfs 'zyn hande ende voetenafgesneden 'zoedat hy geen mensch en geleeck als hy gevonden worde' (blz. 159). De verleiding is groot te blijven citeren uit de vele interessante casussen die in dit volle en rijke boek worden beschreven. Hoewel het altijd gevaarlijk is bij historische studies parallellen te constateren of lijnen vanuit het verleden naar het heden door te trekken heeft het boek van Glaudemans mijns inziens zeker actualiteitswaarde omdat de beheersing van geweld in de samenleving, rituelen bij moord en vormen van wraak aan de orde komen. Zaken waar we helaas in de eenentwintigste eeuw ook - weer - mee geconfronteerd worden. Veten waren in de veertiende en vijftiende eeuw het meest duidelijk zichtbaar in perioden van politieke crises. In hevige mate toonde zich dan de zwakte van het centrale gezag. Maar: 'Het gebruik van geweld werd in de zestiende eeuw steeds nadrukkelijker als een staatsmonopolie beschouwd. In Holland en Zeeland accepteerden de centrale autoriteiten vanaf het begin van cle zestiende eeuw niet langer het oude recht van legitieme wraakneming op de dader van een doodslag.(blz. 311). Wraak en veten verdwenen dus langzaam in onze streken vanaf de zestiende eeuw. Corien Glaudemans, oorspronkelijk afkomstig uit het onderwijs en tegenwoordig werkzaam bij het Haags Gemeentearchief, na een periode als gemeentearchivaris van o.a. Brielle, heeft voor 'Om die wrake wille' langdurig onderzoek verricht in een groot aantal archieven. Een uitgebreide bronnen- en literatuurlijst, indices op zaken, topografische namen en persoonsnamen en een vijftal bijlagen zijn achterin dit belangwekkende boek opgenomen. Peter Sijnke Peter Maas, Van watersnujfel tot meidoornhaag (Provincie Zeeland, Middelburg 2003). 148 blz.. kleurenfoto's en tekeningen. ISBN 90-71565-76-9. Bij toeval kreeg ik dit najaar een alleraardigst, informatief boekje in handen dat overigens reeds in oktober 2003 is verschenen in de serie Natuur- en Cultuurhistorische uitgaven van de Provincie Zeeland. Het boekje is gewijd aan de diverse landschapselementen in Zeeland, hun kenmerken, hun ontstaan en vooral ook het tegenwoordig onderhoud, dat hoofdzakelijk wordt uitgevoerd door vrijwilligers, daarbij ondersteund door de Stichting Landschapsbeheer Zeeland. Peter Maas is als projectleider in dienst van de Stichting. Het boekje opent met een alleraardigste inleiding: 'Het was een oud boerenhuisje onder aan de dijk. Rechts nog een authentiek varkenskot met daarvoor een grote veedrinkput. Linksachter waren restanten van een boomgaard te zien met dikke, holle fruitbomen. Knotwilgen, meidoornheggen en een moestuin maakten het plaatje compleet. Het was een oud, éénmans boerenbedrijfje dat op zijn laatste benen liep. Waar de appels nog lagen te drogen op de zolder, het riet uit de slootkant in bosjes gebonden klaarstond voor op het dak van de schuur en waar weipcden nog werden gekapt uit de knotwilg. Een beetje bedeesd klopte ik op de 35

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2005 | | pagina 39