c. Ulder en zulder De twee vormen zulder (zijlieden) en ulder (hun- of henlieden) met 'stadse' varianten z.ullie en ullie worden op Walcheren al twee eeuwen in onderwerpspositie naast elkaar gebruikt.6 Vermoedelijk geldt dat ook voor Zuid-Beveland. Hoe was de verhouding tussen deze sterk op elkaar gelijkende persoonlijke voornaamwoorden? Gedurende het tijdvak 1930 - 1966 had zulder op Zuid-Beveland duidelijk de overhand. Dat blijkt stelselmatig uit de vragenlijsten en enquêtes van die tijd. Ulder verdween evenwel niet van het toneel. Integendeel, tijdens ons onderzoek in de Zak leverde het zinnetje: Wat zij doen moeten ze zelf wetenmaar wij gaan naar Goes, bij 57 van de ondervraagden ulder op; 22 koos voor zulder. Ulder is dus duidelijk favoriet. Bovendien is het gebruik van deze vorm tamelijk evenwichtig verdeeld in alle categorieën van het personenbestand. Alle percentages bij mannen, vrouwen, ouderen en jongeren liggen rond 50 - 60 voor zulder ligt dat rond de 15 - 25 met een dieptepunt van 4 voor de jongere vrouwen. d. De Zak van Zuid-Beveland en Zeeland Samengevat kunnen wij concluderen dat de genoemde objectsvormen in het zuidwesten van Zuid- Beveland aan het begin van de eenentwintigste eeuw - vooral bij jongeren - meer gebruikt worden dan pakweg honderd jaar geleden. Oans verdrong wulder totaal, ulder haalde de overhand op zulder, en um en eur zijn niet langer marginaal. De Zak van Zuid-Beveland kan hier model staan voor het hele eiland, want de percentages betrekking hebbend op heel Zuid-Beveland liggen steeds in dezelfde orde van grootte als die voor de Zak. Op Walcheren lijkt de situatie vergelijkbaar, zij het dat hier niemand eur gebruikte voor de derde persoon enk. (vr.). Op Noord-Beveland was dat evenmin het geval. Bovendien gaven de respondenten hier de voorkeur aan zulder boven ulder. En op Tholen is wulder wullienog niet verdwenen. Op de noordelijker gelegen eilanden lijken objectsvormen in onderwerpsfunctie nog wat minder voor te komen. Wulder, wiele en varianten zijn er volop in gebruik en op Schouwen- Duiveland koos men daarbij overwegend voor zulder. De Zeeuws-Vlaamse respondenten tenslotte maakten geen gebruik van objectsvormen. Het aantal antwoorden dat aan de basis ligt van deze voorlopige constateringen is echter relatief gering. Om te kunnen besluiten dat het epicentrum van veelvuldig gebruik van objectsvormen in onderwerpsfunctie (De Vogelaer) op Zuid-Beveland ligt, is dan ook diepgaander onderzoek naar dit fenomeen op de omliggende eilanden noodzakelijk. e. Tenslotte Niet alle antwoorden van de ondervraagden pasten in de schema's wulder/oans, zulder/ulder, ie en zie/um en eur. Vooral gedurende de laatste decennia heeft het Algemeen Nederlands het taalgebruik van dialectsprekers grondig beïnvloed en standaardtalige vormen als hijs zij en wij drongen onstuitbaar de gewesttaai binnen. Pas als wij ook oog hebben voor deze ontwikkelingen, zijn wij in staat het huidige dialectbeeld volledig te schetsen. Maar dat is weer een ander verhaal. Met dank aan streektaalconsulent Veronique de Tier. Noten 1 Will, Zeeuws of Vlaams? (morfo-) syntactische verschijnselen in de dialecten van Zeeuws-Vlaanderen. Oosterhout, 2004, p. 249-253 2 't Kerkje van Ellesdiek (ed.) 'k Za je dat vertelle...De biebel in 't ZeeuwsGoes, 2004, p. 70. Zie voor het Walchers dialect b.v. Jan Zwemer, De sprookjes van moedertje Jans en defaobels van Jodocus, Vlissingen, 1992, p. 9 en 10. 3 Gunther De Vogelaer, Persoonsmarkering in de dialecten in het Nederlandse taalgebied (proefschrift RU Gent in voorbereiding) hfdst. 4, p. 3, 4. 4 Meertensinstituut Amsterdam, Vragenlijst 11 (1942), 1 99 (Kruiningen). 5 Dat is ook het geval voor Zuid-Beveland in zijn geheel. Oans wordt hier door 84 gebruikt. 6 A. F. Sifflé, 'Over het Zeeuwsche taaleigen', in J. de Jager, Taalkundig Magazijn, 1 (1835), p. 173. 32

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2005 | | pagina 36