Op 13 oktober en op 10 november 1673 vond voor de Vierschaar het proces plaats dat Naelhout tegen Cornelis Wisse had aangespannen, wat uiteindelijk resulteerde in het executabel stellen van de brouwerij. Deze werd op 17 november 1673 in tegenwoordigheid van de schepenen Johan Ros en Huijbrecht de Hase bij opbod verkocht. Het hoogste bod werd uitgebracht door Jacoba Beukelaar, de vrouw van Pieter Naelhout. Voor 540 gr. Vis. werd zij de nieuwe eigenaar. Omdat ze het bedrag niet overdroeg aan het stadsbestuur en dit er ook niet om vroeg, kreeg ze geen bewijs van eigendom. Pas toen ze in oktober 1699 de brouwerij wilde verkopen ging deze kwestie opnieuw spelen. Het stadsbestuur was pas bereid haar de eigendomspapieren te overhandigen als zij de koopsom aan de griffier zou voldoen. Dit geschiedde en op 22 oktober 1699 vond de overdracht van de brouwerij plaats aan Johan (Jan) Jacobssen Verschuijl, die stadsbode in Veere was. Om zich toe te kunnen leggen op het brouwersvak, vroeg hij het stadsbestuur ontslag uit zijn ambt. De achttiende en begin van de negentiende eeuw Op 14 februari 1713 erfde Johan Verschuijl uit de nalatenschap van zijn schoonvader. Jan Aelbregtsen, brouwerij 'De Sleutel' aan de noordzijde van de haven.8 Deze brouwerij was op dat moment al geruime tijd niet meer in bedrijf. Tot 1783 zou hij in handen blijven van de eigenaren van 'De Meyboom' en werd dan weer verhuurd en dan weer als pakhuis gebruikt. In 1725 waren er veel Veerenaren die thuis bier brouwden, waardoor de brouwerij aanzienlijke schade leed. Om hieraan een einde te maken nam het stadsbestuur op 2 maart 1726 een verordening aan die het de burgers verbood om water te gebruiken om bier mee te brouwen. Op 3 september 1729 verkocht Johan Verschuijl, die ook nog enige tijd schepen in Veere is geweest, de beide brouwerijen aan de Middelburgse brouwer Coert Valek. Voor de gebouwen moest hij achtduizend gulden en voor de kuipen, ketels, brouwersgereedschap en vaatwerk, die bij de brouwerij behoorden, zesduizend gulden betalen. Hiervan gaf hij vierduizend gulden kontant en het resterende bedrag van tienduizend gulden beloofde hij in jaarlijkse termijnen tegen drie procent rente af te lossen. Hoewel Coert Valek in het tweede kwart van de achttiende eeuw de enige brouwer in Veere was, had hij toch moeite het hoofd boven water te houden. In de eerste plaats ondervond hij geduchte concurrentie van de Middelburgse brouwers en in de tweede plaats drukten de plaatselijke belastingen zwaar op hem. Dit was dan ook de reden, dat hij verschillende malen een rekest bij het stadsbestuur indiende met het verzoek om verlaging van de chijns.9 Uiteindelijk gooide Coert Valek op 8 augustus 1740 het bijltje erbij neer en verkocht hij beide brouwerijen aan Nicolaas Wisvliet, die ze nog geen jaar later doorverkocht aan Adriaan van Moerkerke. Aardig te vermelden is nog dat Van Moerkerke van 1736 tot 1743 voorzanger is geweest in de Kleine Kerk. Ruim een jaar nadat hij in bezit was van de brouwerij beklaagde hij zich bij het stadsbestuur omdat de bieren die naar Middelburg werden uitgevoerd belast werden met dubbel arbeidsloon van de bierwerkers. Hij verzocht de magistraat met die van Middelburg hierover te onderhandelen, zodat zijn afzet ook naar deze stad gehandhaafd zou kunnen blijven. In 1744 ondervond hij geduchte concurrentie van de brouwers uit Arnemuiden, die veel bier in Veere verkochten. Hij vroeg het stadsbestuur maatregelen te nemen die de invoer van Arnemuids bier zouden beperken. Omdat het stadsbestuur zijn rekest voor kennisgeving aannam en niets deed, diende hij dit in oktober 1747 nogmaals in. Ditmaal waren de stadsbestuurders bereid om het arbeidsloon van de bierwerkers te verdubbelen voor de bieren die in de stad werden geïmporteerd. Toen zijn omzet in 1758 opnieuw een dieptepunt had bereikt, diende hij weer een rekest in bij het stadsbestuur, nu met het verzoek om vermindering van de impost op de steenkolen. Tevens wilde hij vermindering van de pacht van de stadsfontein en afschaffing van de huur van een waterput, die hij nooit gebruikte. Het stadsbestuur kwam aan zijn wensen tegemoet door de impost op de 24

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2005 | | pagina 28