is opgetekend. Bekend zijn ook de vormen met een p i.p.v. een b: verpapzakken, verpabbezakken, verpapzakken, verpoepzakken, verpópzakken. Verhab(be)zakken, verab(be)zakken, verhapzakken zijn in hoofdzaak Brabantse, Zeeuwse, Zuid- Hollandse (eilanden)woorden (voor zover het in Rotterdam bekend is, is het blijkbaar afkomstig van de eilanden) met, in de h-looze gebieden, een bijvorm zonder h. Het komt ook voor met een tussengevoegde of epenthetische 1, verabbelzakken. In West- en Oost-Vlaanderen hebben we meestal verbabbelzakken. De etymologie is niet zo duidelijk. Vercouillie (1925) denkt aan een afleiding van habbelen, habben 'babbelen op de wijze van een viswijf", maar dit lijkt nogal onwaarschijnlijk. Het leeft voort in het Zeeuwse ab(be)zakke(n'kijven' (WZD) en het hangt etymologisch samen met hap 'snauw' en habben 'snauwen'. Behalve de betekenis 'verwaarlozen', die dooreen aantal invullers ook expliciet opgegeven is, blijkt op de Zuid-Hollandse eilanden, in Zeeland, Brabant en Limburg ook de betekenis 'bederven, verknoeien' te bestaan. Het laatste lijkt een logisch gevolg van het eerste, verwaarloosde zaken zijn minder waard. 2.5. murpel Murpel is een Zeeuwse variant van merbel, marbel. Deze vormen zijn verwant met marmer, dat ontleend is aan het Latijnse marmor. Pas na de Middeleeuwen is marmer de gewone vorm geworden. In het Middelnederlands was marber (van het Franse marbre), en met dissimilatie ook wel marbel, het gewone woord. De knikker is dus vernoemd naar de grondsoort, nl. marmer. Natuurlijk zijn niet alle knikkers gemaakt uit marmer - ze kunnen ook uit ivoor of uit glas vervaardigd zin -, maar de Zeeuwse en vele andere dialectwoorden voor de knikker stammen er wel van af, net zoals het Vlaamse maorbel. Dezelfde evolutie zien we in het Frans en in het Engels. We gaan dus uit van een oorspronkelijke vorm marber. De r en de 1 zijn klanken die heel gemakkelijk van plaats verwisselen, o.a. als een woord daardoor gemakkelijker uit te spreken is. Een Vlaams voorbeeld is bijvoorbeeld sleutel en slenter. In Vlaanderen wordt maorbel vrij veel gebruikt, een vorm die in Zeeland alleen in Westdorpe is opgetekend. Merbel, dat ook vaak voorkomt in Vlaanderen, is de meest gebruikte variant op Walcheren en in West-Zeeuws-Vlaanderen. Andere vormen met e zijn merpel (waarin de p en de b wisselen) in het Land van Axel, mèbel (waarin de r wegvalt) in Aardenburg en meirble in Philippine. In de rest van Zeeland horen we de varianten met de u-uitspraak. Murbel of mulber (waarin de 1 en r omgewisseld worden) in het Land van Hulst en murpel (nog eens de b/p- wisseling) of met invoeging van een sjwa murrepel op de rest van de Zeeuwse eilanden. Deze vormen zijn te vergelijken met molber en molper op de Zuid-Hollandse eilanden. In Dordrecht is zelfs mulver opgetekend. (WNT) 2.6 kakkernisje De vorm kakkernisje klinkt voor heel wat Zeeuwen als een typisch Zeeuws woord. Zeeuwen spreken nogal wat e-klanken uit als i, dit nisje is dus eigenlijk een 'nestje'. Als we het woord vernederlandsen krijgen we dus de vorm kakkernestje, een woord dat ruimer verspreid is dan alleen maar in Zeeland. Er bestaan ook van dit woord heel wat varianten: kakkenestkakkernest, kakenest, kakernest, kakelnest (met de verschillende uitspraken van a, aa en e als extra-varianten). Kiliaan. een woordenboekschrijver uit de 16de eeuw, vermeldt kaggenest. Meestal wordt het woord als 10

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2005 | | pagina 14