daarom in de kerker. Niemand kon haar hier echter naderen vanwege de hitte die ze uitstraalde. Tijdens een volksfeest veroordeelde de keizer het nog jonge meisje ter dood. Philomena werd gegeseld en gefolterd, maar kwam er steeds bovenop. Men poogde haar vervolgens te verdrinken in de Tiber, maar wéér stond Philomena levend naast haar moordenaars. Hierdoor raakten veel omstanders zo onder de indruk, dat ze zich volgens de vrome overlevering tot het christendom bekeerden. Een onthoofding, door het nageslacht gesteld op 10 augustus 302, slaagde wél. Philomena werd begraven in de catacomben van St.-Priscilla. Contrareformatie De Contrareformatie is de rooms-katholieke reactie op de Reformatie, die was ingezet door Luther (1517), Calvijn en Zwingli. De Hervorming veroorzaakte gigantische afval van het eeuwenoude geloof in grote delen van Europa, terwijl Hendrik VIII in Engeland - om weinig religieuze redenen - een nationale (Anglicaanse) kerk stichtte, die zich óók van Rome losmaakte. De paniek te Rome sloeg spoedig om in daadkracht en herbezinning. De Contrareformatie zette aan tot hernieuwde definiëring van de katholieke leer en hervorming van vermolmde gebruiken en ingeslopen, vaak grove misstanden binnen de kerk. Een en ander kreeg zijn beslag op het Concilie van Trente 1545- 1563), onder meer bekend geworden door de Tridentijnse ritus die tot aan het Tweede Vaticaans Concilie in de jaren zestig van de twintigste eeuw in gebruik bleef. De Nederlandse paus Hadrianus VI voerde vóór Trente het eerste pontificaat waarin tekenen van de Contrareformatie te bespeuren zijn. Gezanten die hij in 1522 naar de Rijksdag in Neurenberg stuurde, hadden opdracht de misstanden in de Kerk te erkennen. De Contrareformatie duurde voort tot in de achttiende eeuw. Hangertje als regionaal-historisch document Het in de Lange Bellingstraat te Hulst gevonden hangertje is een archeologische vondst met een opvallende regionaal-historische signaal waarde. De contemporaine actualiteit van zijn iconografie, die verband houdt met de Contrareformatie en hernieuwde katholieke missioneringsdrang, verwijst ook naar de specifieke omstandigheden van Hulst en omgeving in de eerste decennia van de zeventiende eeuw. Tot vlak voor 1648 bleef dit gebied immers in Spaanse handen, in tegenstelling tot de omgeving en Zeeland benoorden de Westerschelde. Hoewel in 1591 door Maurits veroverd, moest Hulst in 1596 na een zomerbeleg van Albertus van Oostenrijk weer aan de Spanjaarden worden afgestaan. In de jaren rond 1618 kwamen vervolgens de vestingwerken tot stand die het aanzicht van Hulst tot vandaag de dag sterk bepalen. Na vergeefse pogingen in 1626. 1637, 1639, 1640 en 1643 slaagde 'stedendwinger' Frederik Hendrik er pas in 1645 in Hulst na een beleg van bijna een maand te heroveren voor de Staatse zaak. De cultuurgeschiedenis en gecontinueerde katholieke signatuur van het Land van Hulst zijn door deze 'uitzonderingspositie' in de eerste helft van de zeventiende eeuw sterk meebepaald. Het hangertje is als 'souvenir van de Contrareformatie' een treffende illustratie van deze positie, deze plaats en deze periode. Als het gevonden was in bijvoorbeeld Axel of Zaamslag - dan pas waren er vragen gerezen. Met dank aan M.A. Bil. H. Hendrikse en de Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland. Noot Timmers 1981. 129. Literatuur P. Stockman en P. Everaers. 'Versterckt Zeeland' (3e dr.. Middelburg 2001). J.J.M. Timmers, Christelijke symboliek en iconografie (4e dr., Haarlem 1981). Websites www.catholic.org/saints/stindex.phpwww.heiligen.netwww.reIigieuserfgoed.nl 6

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2005 | | pagina 10