bestormd werd door Gentenaars onder leiding van ruwaard Frans Ackerman. Nadat de verdediging
het had begeven trokken zij onder trompetgeschal de stad binnen.9 Een jaar later kwam de dreiging
niet van Gent. maar van Brugge. De Brugse stadsregering betaalde toen aan 'den tromp[er]s die
trompten voor de s[er]jiante[n] als zy ute trocken voor den Damfmej'.10 De trompetten
symboliseerden in de oorlog de macht van de combattanten en hun aanwezigheid had dan ook niet
zozeer een muzikale waarde als wel een signaalfunctie. Mogelijk hebben de vele onderlinge
gevechten tussen de Vlaamse steden in de veertiende eeuw en het bijgevolg veelvuldig optreden van
muzikanten mede bijgedragen aan de geleidelijke maatschappelijke acceptatie van de speellieden.
Trompetten, voorafgaande aan de cavalerie Uit: 'Das
mittelalterliche Hausbuchc. 1480.
In stedelijke loondienst
Uit deze enkele voorbeelden blijkt overduidelijk dat de speellieden niet, of in ieder geval niet altijd,
de sociale paria's waren, zoals ze in officiële geschriften vermeld worden. Integendeel, ze waren
vaak graag geziene en bruikbare muzikanten. Kennelijk was de maatschappelijke praktijk anders
dan de formele religieuze en juridische theorie.
De levenswijze en sociale status van de speellieden veranderden in de late Middeleeuwen
7