Uit Sch-D.: Janna Krente, gierige vrouw; Kees Pupe, zag je altijd met een pijp in de mond: Keetje Klus, liep altijd op een drafje want ze had altijd wel een klusje te doen; Huubje Drift, was altijd gehaast; Keesje Sierlijk, had op een goede (of kwade) dag zijn geit groen geverfd omdat hij dat 'sierlijker' vond; Geere Spiekervet, was een heel mager vrouwtje; Jan Blomkööle, had uit het volkstuintje van z'n buurman een bloemkool meegenomen; Kriel'aentje, persoon van klein postuur; De Schreuter of ook wel Slager A, had door een advertentie in de krant zijn naam te danken aan de uitdrukking: 'slager A, wat heb je nu gedaan?'; Pi Aoke, iemand met sproeten en rood haar; Klaos Snorre, had een grote snor; Kees Baerd, had een grote witte baard; Gert Juun of Gert Wehrmacht, verkocht groente aan de Duitsers in de Tweede Wereldoorlog; Reusje, was klein van stuk; de Sterrekieker, liep altijd met zijn hoofd omhoog. Uit T.: (voornaam) Bitter, iemand die niet dronk maar zoop; (voornaam) de Piene, was een broer van Bitter en zoop iets minder; Tjeentje, had een klompvoet; 't alleve mudje, een klein mannetje; (voornaam) Slof, was een viespeuk; (voornaam) Gulden, was krenterig, maar eerlijk als goud; (voornaam) Den Duuvel, vloekte als een ketter; Den Stillen, zei nooit iets; (voornaam) Kinne, was een man met een 'onknap' uiterlijk; (voornaam) De Bigge, kort gedrongen mannetje, het hele gezin werd de biggen genoemd; Mieróöge, broer van De Bigge. Hij had een oog dat bijna dicht was. Het verhaal gaat dat hij als baby een mier in zijn oog had gekregen. Zijn moeder was een vuule triene; (voornaam man) Leut en (voornaam vrouw) Plezier, een getrouwd stel, de ene nog chagrijniger dan de ander; Anderalf ööre, iemand die een misvormd oor had; De Saster, een man die steeds door zijn been zakte en zich met moeite wist voort te slepen. Daaraan werd op het dorp het gezegde ontleend: "alles sal reg kom, behalve die kromme poot van (voornaam) De Saster". Uit ZVO-zuid: Totefken, was iemand met een spraakgebrek; Puipken Drop, een klein dik ventje; Puipken Elegeert, altijd een pijp in de mond; Puipken Vermeire, altijd een pijp in de mond; Het Tiepken, met naam bekend opgedirkt vrouwtje; Den Kilo, persoon woog 1 kg bij de geboorte. Bijnaam, afgeleid van een persoonsnaam of plaatsnaam Uit ZVW: Piet van 't ènde, woonde aan het eind van de dorpsstraat; Omdat de achternamen De Hullu en Luteyn veel voorkomend waren werd ter verduidelijking een dubbele naam gebruikt bijv: Bram- Anne, Bram-Co, Bram-Suze. Uit LvH: Roos Vaos, haar vader heette Servaas; D'n Bas, zijn vader heette Bastiaan. Uit Sch-D: Piete van Tonis, de vrouw van Tonis; Merien van 'Uupje, Marien van Huib. Ook uit Sch-D de scheldnamen voor bewoners van diverse plaatsen: Klokkedieven, Bruinisse; kraoien, Oosterland; gruttepikkers, Nieuwerkerk; steiloren, Ouwerkerk; bonen of böönpoken, Dreischor; Schouwse poelen, Kerkwerve; geiten, Serooskerke; stoepeschieters, Zierikzee; bêênekluvers, Br «uwershaven; duunknienen, Haamstede, Burgh en Renesse. Bijnaam, algemeen Uit Sch-D: Jan Erte; Jan d'n Ezel; Kees Koete; Merientje Loes; Lord Turf; Ko Prus; Toon Vet-'oed; Jan Soep; 55

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2003 | | pagina 57