Wissen verwachten. Wie niet tegen een stootje kan. moet niet naar hem gaan luisteren. Toch komt in zijn spreekbeurt (hierbij gebruik ik een soortgelijke 'trekker' als Van Wissen) de kern duidelijk naar voren: houdt het dialect in ere en wees er trots op. Uiteraard sluit hij af met een kwinkslag: de kracht van het 'Algemeen Onbeschaafd Nederlands' zoals hij dat noemt ligt er volgens hem in dat een accent veel aantrekkingskracht heeft op de andere sekse. Waar een dialect al niet goed voor is! Wat 'radio Bergeyk' met het onderwerp van de Dialectendag te maken heeft, is mij niet direct duidelijk. Maar allengs begrijp ik waar Gerard Rooijakkers naartoe gaat: de betekenis van dialecten in Noord-Brabant. Zijn verhaal over het volkslied van een Brabants dorpje dat door een buurdorp is 'gestolen' laat mijn gedachten afdwalen naar het Zeeuws volkslied. Het zit mij namelijk nogal dwars dat de tekst hiervan niet in het Zeeuws is. Een tweetal jaren geleden heeft mij dit al geïnspireerd een Zeeuwse vertaling te maken. Ik ben er op zijn Zeeuws gezegd 'zo hroös op as een aap (of 'ond) mie zeven staerten' dat mijn versie ieder jaar op Koninginnedag bij ons op het dorp vertolkt wordt door het herenkoor. Maar dit terzijde. Rooijakkers beschrijft 'de folklore van het kleine verschil'. De kneuterigheid van de belevenissen van de inwoners van Bergeyk in het gelijknamige radioprogramma wordt als kapstok gebruikt voor de waarde die men aan een dialect hecht. In feite komt het. in mijn perceptie, erop neer dat een dialect mensen een gezamenlijke identiteit geeft, dat vooral een houvast vormt wanneer er mensen van buitenaf bij komen. Dan vallen de kleine verschillen weg, en wordt als één front naar buiten getreden. Zo kan het spreken van Zeeuws mensen onderling verbinden, zeker ten opzichte van bijvoorbeeld het Brabants of ABN. Maar het kan ook kleiner: van dorp tot dorp. Zo kan het gebeuren dat jongens uit hetzelfde dorp een hekel aan elkaar hebben, maar zodra iemand uit een ander dorp de groep aanvalt, vallen die verschillen weg. En daarin zit de folklore van het kleine verschil. En dan is het eindelijk aangebroken. Onze eigen voorzitter mag het woord nemen en het Supplement van het Woordenboek der Zeeuwse Dialectendat met veel bloed, zweet en tranen tot stand is gekomen, officieel overhandigen. De minister-president mocht al een manuscript ontvangen tijdens de Zeeuwse Dialectdag in Kapelle, maar nu is dan de definitieve versie klaar. En gelukkig, Kees Martens durft het aan. Hij spreekt in het Zeeuws!!!! Ik keek tijdens zijn verhaal eens voorzichtig om me heen, en kan alleen maar bewondering aflezen van de gezichten. Geen verwondering omdat ze het relaas niet kunnen volgen. Het Zeeuws is dus een taal voor iedereen. Dankbaar nemen de Commissaris van de Koningin, de heer Van Gelder, de voorzitter van de Stichting Nederlandse Dialecten Reinhild Vandekerckhove en eindredacteur Kees Fraanje een exemplaar van het supplement in ontvangst. Inmiddels is op de eerste verdieping van de schouwburg de infomarkt van start gegaan. Vele dialectverenigingen hebben een stand met foldermateriaal en dialectboeken. Ik zie dat bij onze stand het Supplement gretig aftrek vindt. Leuk voor alle mensen die er aan hebben meegewerkt. Ik verdiep me eens in de andere dialecten, en het valt me op dat er veel overeenkomsten zijn met het Zeeuws. Vooral in de 'zeevarende' dialecten, zoals die uit de kop van Noord-Holland, zie ik veel van het Zeeuws terug. Onze stand bestaat niet alleen uit boeken, maar er is ook een quiz waaraan iedereen mag meedoen. Deelnemers worden geconfronteerd met een aantal Zeeuwse woorden en typisch Zeeuwse uitdrukkingen, waarvan de Nederlandse betekenis geraden moet worden. Af en toe leidt dat tot hilarische situaties. Zo zijn er ineens mensen met een 'dulleve' op hun huis, in plaats van een 27

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2003 | | pagina 29