Muurresten van het stenen huis van cle proost van Zoetendale. In de ondergrond de zwarte verkleuring van de middeleeuwse boerderij. Tijdens de Beeldenstorm in 1566 was het huis één der eerste slachtoffers; het werd grondig vernield. Nadien bleef het vermoedelijk gedurende enige tijd een bouwval. Als in 1576 de goederen van het klooster Zoetendale worden verkocht komt daarin voor een verkoop aan Arent van Dorp van: '90 gemeten, 140 roeden in Poppendamme, in den blok daer de proost van Zoetendale's huys in staat' Later - we denken dan aan de eerste helft van de zeventiende eeuw - is het huis grondig vernieuwd. In 1663 wordt het vermeld als "d Heer van Vossemaers Hof tot Poppendamme'. Het zag er toen ongetwijfeld uit zoals we het kennen van de plaat uit de kroniek van Smallegange (1696). Deze grondige verbouwing, welke praktisch neerkwam op totale nieuwbouw, vonden we in de opgegraven plattegrond terug. De prachtige plavuizen in de kelder en de lange met steunberen versterkte tuinmuren behoren bij deze fase. Het buiten werd in 1759 voor afbraak verkocht. Tot onze spijt zijn de teruggevonden roerende goederen van de vroegere bewoners erg gering. Enkele potscherven uit de veertiende of vijftiende eeuw en enkele mooie fragmenten van blauw beschilderde borden uit de zeventiende eeuw waren de totale buit. Toch was het de moeite waard; het terugvinden van "d Heer van Vossemaers Hof tot Poppendamme" was een boeiende bezigheid. Op een tweetal zaterdagen in oktober 1981 is de opgravingsplaats opengesteld voor het publiek. Door veel inwoners van de omliggende doipen is van deze gelegenheid gebruik gemaakt om de fundamenten te bezichtigen. Daarna zijn deze weer met aarde afgedekt. 21

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2003 | | pagina 23