Pietersdochter en haar twee minderjarige kinderen (Comelis van zes en Perienken van drie jaar). Inmiddels lag Aelken ziek te bed en Willem gaf haar twee pond Vlaams, terwijl hij het resterende bedrag op 19 september 1568 aan de weesmeesters heeft overhandigd. Eind september 1568 overleed Aelken en kwam het woonhuis en het pakhuis in de Simon Oomstraat op naam van haar twee kinderen te staan. Willem Jacobssen overleed in juni 1570. Hij liet twee minderjarige dochters na (Geertken van vijf en Mayken van vier jaar), die de zeepziederij erfden. Zijn dood betekende het einde van de zeepfabriek, die slechts één leerjongen in dienst had. Op 19 juli 1584 werd het gebouw van de zeepziederij verkocht aan Adriaen Lievenssen, die het tot een woonhuis liet ombouwen. Het pakhuis in de Simon Oomstraat, dat intussen in een vervallen staat verkeerde, ging tussen 1576 en 1587 over in handen van Robert Sys. Vee re, Kapellestraat; het witte huis schuin achter de jeugdige dames was korte tijd een zeepziederij (opname 1928). De noordzijde van de haven De noordzijde van de haven is lange tijd de plaats geweest waar heel veel bedrijven gevestigd waren. Bekend is dat er meerdere zoutketen hebben gestaan en scheepswerven hebben gelegen. In augustus 1571 kocht de zeepzieder Jacob Jacobssen hier een tweetal keten van Karei Constant. Jacobssen had zich op 9 januari 1570 vanuit Bergen op Zoom in Veere gevestigd. Voor de eerste keet moest hij honderd pond Vlaams betalen. Hiervoor werd een schuldbrief opgemaakt ten gunste 13

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2003 | | pagina 15