Mededelingen van de Zeeuwsche Vereeniging voor
Dialectonderzoek
Een Vlaamse in Zeeuwse dienst: nieuwe consulent streektalen
Met deze woorden introduceerde de Commissaris van de Koningin, drs. W.T. van
Gelder, mij als nieuwe consulent streektalen op de Nederlandse Dialectendag in
Middelburg op 22 maart jl. Als bestuurslid van de Stichting Nederlandse Dialecten
(SND) was ik een van de organisatoren van deze dag. Het was een ideale gelegenheid
om voorgesteld te worden aan de Zeeuwse dialectliefhebbers en streektaalorganisa
ties. Ik vond het dan ook heel leuk dat enkele mensen spontaan op me zijn afgeko
men. Omdat ik niet voor iedereen even veel tijd had op zo'n drukke dag, ga ik graag
in op de vraag van de redactie om me ook via deze weg aan jullie voor te stellen.
Ik ben een Oost-Vlaamse, geboren in Oudenaarde in 1963, opgegroeid in Ouwegem,
een dorpje tussen Gent en Oudenaarde. Ik woon nu met mijn gezin in het landelijke
Lozer (Kruishoutem). Ik studeerde in Gent Germaanse filologie, volgde het keuzevak
dialectologie in mijn derde jaar en maakte een licentiaatsverhandeling of afstudeer
scriptie over de dialectterminologie van de windmolenaar in Oost-Vlaanderen. Dat
waren mijn eerste stappen in de dialectologie; daarna ben ik altijd op de een of ande
re manier met de studie van het dialect bezig geweest. In 1985 kon ik aan de slag als
redacteur van het Woordenboek van de Vlaamse Dialecten (WVD), dat samengesteld
wordt aan de Universiteit Gent. Ik breidde mijn onderzoek over molenaarsterminolo
gie verder uit naar Frans-, West- en Zeeuws-Vlaanderen, wat resulteerde in een afle-
De boekenmarkt op de Nederlandse Dialectendag (foto Miet Ooms).
MEDEDELINGEN VAN DE ZEEUWSCHE VEREENIGING VOOR DIALECTONDERZOEK
47