Bij de verschijning van het Supplement op het Woordenboek der Zeeuwse
Dialecten
Tijdens de hierboven al genoemde Nederlandse Dialectendag is het eerste exemplaar
van het Supplement op het Woordenboek der Zeeuwse Dialecten (WZD) door de
voorzitter van de Zeeuwsche Vereeniging voor Dialectonderzoek aan de commissaris
van de koningin in Zeeland, drs. W.T. van Gelder, aangeboden. Het tweede en het
derde exemplaar zijn daarna gepresenteerd aan dr. Reinhild Vandekerckhove, voor
zitter van de Stichting Nederlandse Dialecten en de eindredacteur van het
Supplement, de heer Kees Fraanje.
Zeeuwen hebben iets met woordenboeken. Josua van Iperen, geboren in Middelburg,
lanceerde in 1762 in de Leidse 'Tael- en dicht-kundige Bijdragen' een oproep 'tot het
helpen toestellen van een oordeelkundig Nederduitsch woordenboek'. Dat idee werd
vanaf het midden van de 19de eeuw in daden omgezet en leidde tot het monumenta
le Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT) dat in 1998 gereed raakte: het groot
ste woordenboek ter wereld! J.H. van Dale, schoolhoofd in Sluis, sloeg zelf de hand
aan de ploeg. Hij bewerkte het verklarend woordenboek van I.M. Calish en N.S.
Calish tot het Groot Woordenboek der Nederlandse taal, dat vanaf 1872 zijn naam
zou dragen.
Zeeland speelde ook een voortrekkersrol op het gebied van dialectwoordenboe
ken. Het werk van dr. Ha. C. M. Ghijsen, het Woordenboek der Zeeuwse Dialecten
(WZD), dat in 1964 het licht zag, wordt beschouwd als de start van de wetenschap
pelijke dialectlexicografie. Weliswaar waren er ook al vóór 1964 belangrijke dialect
woordenboeken verschenen, maar mevr. Ghijsen was de eerste die met grote nauw
gezetheid alle woorden exact lokaliseerde - iets wat sedertdien in de dialectlexico
grafie een wetenschappelijke eis is gebleven. In 1998 werd dan een nieuwe innover
ende stap gezet: het WZD werd volledig gedigitaliseerd en voorzien van honderden
geluidsfragmenten. Daarmee werd het WZD het allereerste dialectwoordenboek dat
kon praten.
Een woordenboek is nooit af. De Zeeuwsche Vereeniging voor Dialectonderzoek, die
tussen 1928 en 1964 het materiaal bijeenbracht voor het WZD, heeft bij het verschij
nen van het Woordenboek terecht haar taak niet als volbracht beschouwd. De enquê
te werd voortgezet en resulteerde eerst in een reeks 'regioboeken', waarvan het
woordmateriaal, samen met nog andere bronnen, nu in het 'Supplement' zijn onder
gebracht.
Het is een gelukkige gedachte geweest om de resultaten van de enquête na 1964
samen te brengen in een Supplement, dat net op dezelfde manier als het WZD is
gepresenteerd. Daardoor is de kennis omtrent de Zeeuwse woordenschat aanzienlijk
uitgebreid en op eenvormige wijze ontsloten. De rijkdom van het Zeeuws, waarvan
het WZD al getuigenis aflegde, wordt door het verschijnen van het Supplement
opnieuw en nog krachtiger voor het voetlicht gebracht.
MEDEDELINGEN VAN DE ZEEUWSCHE VEREENIGING VOOR DIALECTONDERZOEK
49