STREHLER m.d., c.d., a.o.d., Joseph Doctor in de genees-, heel- en verloskunde (1840-1877) Zoals al gezegd is in het begin van de 19de eeuw de tweedeling in de geneeskunstbe- oefening nog steeds intact. De behandeling van de inwendige ziekten blijft de bevoegd heid van de, aan een Hogeschool gedoctoreerden. Een nieuwigheid is dat er na 1800 ook gepromoveerd kan worden tot doctor in de heelkunde en tot doctor in de verlos kunde, wat de bevoegdheid geeft de heelkunde resp. de verloskunde uit te oefenen. Een gecombineerde uitoefening van de medische vakken is verboden. In 1835 wordt dit ver bod opgeheven, sindsdien zijn bijna allen die aan een medische faculteit hebben gestu deerd driemaal gepromoveerd en daarmee bevoegd de genees-, heel- en verloskunde volledig uit te oefenen. De volgende Veerse medicus behoort tot deze categorie. Joseph Strehler is op het laatst van de 18de eeuw in het toenmalige koninkrijk Bei eren geboren als zoon van een straatarme Wundheiler dritter klasse en een chronisch zieke, bedlegerige moeder. Om het gezinsinkomen wat te verbeteren is hij als kind ganzenhoeder. De plaatselijke geestelijke die wat in deze begaafde jongen ziet weet twee invloedrijke families voor hem te interesseren, die het mogelijk maken dat hij het gymnasium in Augsburg en vervolgens de universiteit van Würzburg bezoekt. In 1826 promoveert hij aldaar tot doctor in de genees-, heel en verloskunde. Als Officier van Gezondheid in dienst in het Nederlandse leger wordt hij 1832 in Veere gede tacheerd. In 1834 trouwt hij met een in Veere wonende, veertien jaar oudere weduwe van Schotse afkomst, Isabella Maitland. Hoewel hij niet bevoegd is - buitenlandse di ploma's zijn niet geldig - en het voor beroepsmilitairen verboden is, oefent Strehler in 1835 in Veere ook burgerpraktijk uit. De Geneeskundige Commissie ziet dit 'om der menschheid wille' door de vingers, terwijl het stadsbestuur in haar gedogen zelfs zo ver gaat dat ze hem aanstelt tot stadsgeneesheer. In 1838 wordt deze illegale han delwijze door de minister van oorlog verboden. In 1840 promoveert Strehler op nieuw, dit keer in Leiden tot doctor in de drie vakken. Hij neemt ontslag uit de dienst en vestigt zich als burgergeneesheer in Veere waar hij in 1842 aangesteld wordt tot stads-, genees-, heel- en verloskundige op een jaartractement van f.150. In 1857 wordt hij genaturaliseerd en vervolgens gekozen tot raadslid en tot wethouder. In 1868, hij is dan 70 jaar, wordt hij op eigen verzoek als gemeentegeneesheer ontslagen. Zijn oude dag wordt verduisterd door eenzaamheid en armoede. Door te trouwen met een 14 jaar oudere vrouw bleef het huwelijk kinderloos en werd hij relatief jong weduwnaar. Het kapitaaltje van zijn vrouw en zijn eigen gespaarde geld is belegd in Veerse huizen die door gebrek aan kopers en verwaarlozing van onderhoud één voor een onder de slopershamer verdwijnen. De enige troost in deze droefheid is een pleegkind, een voormalig weesmeisje dat in het kinderloze gezin Strehler als pleegdochter is opgegroeid. In het gezin van deze, inmiddels getrouwde, pleegdochter opgenomen verhuist hij in 1881 naar Yerseke waar hij korte tijd later overlijdt. GEILL, Adolphe Heel- en vroedmeester (1877-1901) Omdat er na het opheffen van de chirurgijnsgilden geen goede opleiding meer is voor hen die in het begin van de 19de eeuw de uitwendige geneeskunde uitoefenen, waar- 32

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2003 | | pagina 34