maanvormige snede insnijden, waarbij de uiteinden van de incisie enigszins naar de dijen waren gericht. Vervolgens werd onder de huid op het laagst gelegen deel van deze incisie een tweede dwarse snede gemaakt, totdat de blaashals geopend was. Deze tweede incisie diende groot genoeg te zijn om de steen naar buiten te luxeren. Was de steen klein, dan probeerde men met de vingers in de anus de steen uit de blaas naar buiten te drukken. Was er echter sprake van een te grote steen, dan moest men deze met een tangvormig instrument omvatten en buiten het lichaam brengen. Naarmate men in de loop der tijd beter geïnformeerd raakte over de anatomie van de urinewegen, blaas, urethra en prostaat en over de onderlinge verhoudingen van deze organen en hun ligging ten opzichte van elkaar, was men in staat nauwkeuriger en voorzichtiger te opereren, waarbij het openen van de blaas zelf vermeden kon wor den. Dit laatste namelijk was veelvuldig een oorzaak van dodelijke infecties en van het optreden van een langdurig, zoniet blijvend urineverlies. Onder degenen die zich erop beriepen als bedreven te zijn in het operatief verwijde ren van blaasstenen, kwamen vele beunhazen en charlatans voor, voorzien van zoge naamde aanbevelingsbrieven van vorsten en andere hoogwaardigheidsbekleders. Doch daarnaast waren er ook in dit vak gespecialiseerde chirurgijns, die als blaas- 18

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2003 | | pagina 20