Felixvloed 1530, een even grote ramp in 1532 en later de Allerheiligenvloed van 1570) het platteland verder ontvolkten en de lasten loodzwaar deed drukken. Zeker op Schouwen, waar ook nog eens een reeks dijkvallen de hele zuidkust uitholde en waar vele hectares goede aarde juist in de 16de eeuw zomaar in zee verdwenen, heeft de armoede zijn wurgende greep doen voelen. Die dijkvallen heeft ook Karei V tot wanhoop gebracht. Inlaagdijk op inlaagdijk moest gemaakt worden en ondanks alle inspanningen viel toch steeds weer een nieuwe val die kostbaar land in zee deed verdwijnen. Armoede en ziekte lagen in eikaars verlengde. Grote armoede bevorderde ziekte en destabilisatie van personen: voedseltekort en slechte huisvesting maakten mensen vatbaar, scheurbuik kwam op het platteland regelmatig voor, zeker aan het eind van de winter en in het voorjaar wanneer de mensen reikhalzend uitzagen naar de nieuwe oogst. De scheepvaart bracht vaak compleet gestoorde mensen mee, die door een te lang verblijf in een nauwe ruimte - blootgesteld aan grote gevaren en intense ontberingen - volledig ontwricht waren. Tenslotte kwam vanaf het midden van de 16de eeuw de pest regelmatig voor, die het toch al verstoorde leven ook economisch nog eens totaal ontwrichtte. Halverwege Eikenhouten beeld van de H. Rochus (ca. 1500), één der pestheiligen. De hond, die zijn zweren likte - Rochus werd uiteindelijk zelf door de pest getroffen - is een bekend attribuut van hem. 8

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2003 | | pagina 10