verschil voor wat betreft de indruk die je op anderen maakt, en het maakt daarbij niet uit of de luisteraars zelf dialectspreker zijn of niet. Er is mij maar één onderzoek bekend waaruit een ander resultaat naar voren kwam en dat was een onderzoek naar dialectattitudes in Maastricht. Ook daar werd dezelfde spreker gebruikt, één keer als hij Maastrichts sprak en één keer als hij ABN sprak. In tegenstelling tot alle andere onderzoeken maakten de luisteraars, die allemaal uit Maastricht afkomstig waren, geen onderscheid wat betreft intelligentie, opleidingsniveau en maatschappelijk succes. Met andere woorden: iemand die Maastrichts spreekt maakt op Maastrichtenaren een even intelligente, hoog opgeleide en succesvolle indruk als iemand die ABN spreekt. De luisteraars maakten nog wel het gebruikelijke verschil voor het andere aspect, dus ook zij vonden sprekers als ze dialect spraken gezelliger, aardiger en behulpzamer overkomen dan als ze ABN spraken. Over de hele linie waren de meningen over Maastrichts-sprekende sprekers dus gunstiger dan over ABN-sprekende sprekers. Het wordt vaak gezegd: in Maastricht zijn ze trots op hun dialect en ze hebben het niet zo op Hollanders. Ik kom nu weer terug op de enquête die ik zojuist heb besproken. De gegevens die ik heb gepresenteerd, kunnen voor wat betreft Zeeland als volgt worden samengevat. De betekenis van het Nieuwlands voor de inwoners van Nieuw- en Sint Joosland is vooral emotioneel van aard. Men vindt het dialect niet bijzonder waardevol of nuttig, en dit zou kunnen verklaren waarom men niet erg gemotiveerd lijkt te zijn om het dialect aan de kinderen door te geven, minder gemotiveerd in ieder geval dan Limburgers, Friezen en Drentenaren. Dialectgebruik In hoeverre vindt men deze houding tegenover het dialect nu terug in het feitelijk gebruik van dialect? Ook dit aspect kwam in de enquête aan de orde. De enquêteur omschreef 16 alledaagse gesprekssituaties en vroeg de geënquêteerden aan te geven hoe vaak ze in elk van deze situaties dialect spraken. Men diende dit uit te drukken in de vorm van een percentage, waarbij 100% altijd betekende, 50% de helft van de tijd en 0% nooit. Eén van de gesprekssituaties was "met de kinderen". De uitkomsten ziet u in Figuur 4. Misschien bent u blij verrast te zien dat dialectsprekende ouders in Nieuw- en Sint Joosland met hun kinderen vrijwel altijd dialect spreken. Met een percentage van 87%, zit de Zeeuwse plaats hoog in de top. Alleen in het Zuid-Limburgse St. Geertruid en in het Friese Rottevalle wordt met de kinderen nog vaker dialect gesproken. In alle andere plaatsen ligt het percentage lager, zowel in Nederland als in Vlaanderen. Ook in de andere vijftien situaties die zijn afgevraagd, scoort Nieuw- en Sint Joosland hoog. Met ouders, grootouders, broers, zussen en de partner wordt zo goed als altijd dialect gesproken en bijvoorbeeld ook met de buren, bij de kapper, bij de bakker, in de supermarkt en op de sportclub en vereniging. Leek het er eerder wat somber uit te zien voor de Zeeuwse dialectsituatie, deze feitelijke gegevens suggereren een heel wat rooskleuriger beeld. Er is in Nieuw- en Sint Joosland maar één gesprekssituatie waar het percentage dialectgebruik wat lager ligt, en dat is op het werk. Daar wordt gemiddeld 74% van de tijd dialect en 26% van de tijd Nederlands gesproken. Het gaat om de reacties van een klein aantal personen: de gemiddelde leeftijd van de geënquêteerden was hoog en velen waren reeds opgehouden met werken. Precieze gegevens over het soort werk dat de nog wel werkenden deden, heb ik niet, maar het kan natuurlijk best zijn dat enkelen buiten het dorp werkten of een functie hadden waar contacten werden onderhouden met mensen uit andere gebieden van Nederland. Dit werkt het gebruik van het Nederlands in de hand. 19

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2003 | | pagina 23