MEDEDELINGEN VAN DE ZEEUWSCHE VEREENIGING VOOR DIALECTONDERZOEK Spelen met de bol Als er in Zeeuws-Vlaanderen gesproken wordt over bollen dan kan dat betrekking hebben op krul-, stek- of staakbollen, op gaaibollen of op maal- of maliebollen. Het eerste wordt gespeeld op een bolbaan. Dat is een vlak stukgrond van 8 tot 12 meter lang en 3 tot 5 meter breed. Het oppervlak moet zo vlak mogelijk zijn, alleen aan de korte zijden mag het iets oplopen. Het bestaat uit klei, leem of zand. Op enige afstand van de einden van de baan staan de staken: in de grond geslagen paaltjes. De bol heeft de vorm van een kleine Goudse kaas; het loopvlak is niet symmetrisch, omdat de bol in een krul moet lopen. Voor de Eerste Wereldoorlog werd het spel gespeeld in nagenoeg ieder dorp van Sluis tot Westdorpe. Aardenburg telde destijds 35 banen. Gaaibollen gebeurt gewoonlijk opeen aarden baan aan het eind waarvan een schuin geplaatst bord staat. Op de hoge zijde staat een tiental houten pinnen recht omhoog. Daarop staan de vogels: houten klossen. De bol is een houten schijf met een doorsnee van ongeveer 18 cm en een dikte van ca. 10 cm. Dit spel werd en wordt vooral in het Land van Hulst en aan de grenskant gespeeld, gewoonlijk bij een café. Heel vaak betrof het geen vaste opstelling, maar de baan werd gereed gemaakt bij speciale gelegenheden, bijvoorbeeld gedurende de kermisdagen. Maalbollen gebeurde op een baan, de maliebaan, die vaak overdekt was. Wat dit spel betreft, zijn ons alleen gegevens uit Hulst bekend. Een baan was er in het café van Blommaert op de hoek van de Nieuweweg en de Bagijnesteeg. Een tweede, die ook het langst bestaan heeft, was die in het café van Dolf de Wilde en zijn Philomeen, dat later uitgebaat werd door Wies Crombeen en zijn Dorothee. Dat was op de noordhoek van de Tivolie- en de Hulsternieuwlandsteeg. W. P. A. Colsen die jarenlang in Hulst dierenarts en keurmeester van de Vleeskeuringsdienst was, heeft tijdens zijn leven heel veel aantekeningen gemaakt over Stad en Land van Hulst. Na zijn dood is veel van dat materiaal overgedragen aan ondergetekende. Hij vond het Spelreglement van de bolders der Maliebaan die gevestigd was bij Crombeen. Art. 1: Bij het begin van het bollen wordt er naar het putje gemalen tegen wie men speelt. Art. 2: Bij het malen naar 't putje, tegen wie men speelt, mag men niet schieten of bollen bijdrij ven. Art. 3: Iedere bolder is verplicht te spelen volgens het commando van de voormaalder (geen eigen zin) of niet naar sefleurs luisteren. Art. 4: De voormaalder heeft het recht de bol te pakken als de bolder niet speelt volgens het commando. Art. 5: Ieder partij van 12 punten komt er bier. Één flesch voor twee man. Art. 6: De vetflesch vervalt, er komt 1 flesch bier op voor de 24 punten van de vetspeler. Art. 7: Eiken meet dien men bij 't spel achter de naam krijgt wordt gerekend aan 6 cent. Art. 8: Het is streng verboden om te vloeken of slechte praat te vertellen, bij iedere overtreding 5 cent boet. Art. 9: Zij die de tweedepartij mede speelt wordt de lei afgeteld en betaalt net als de lei aantekent. Art. 10: Ieder bolder wordt verzocht te betalen als hij op de lei staat in de bollebaan. Art. 11: Als iemand dronken de bollebaan binnen komt wordt hij geweigerd mee te spelen. Art. 12: De stand der partij zal aan het begin en aan het einde der bollebaan bekend gemaakt worden. Art. 13: Bij het bollen voor de partij kan men ook boter en stroop krijgen, die is er nog altijd aan 't bekende adres verkrijgbaar bij dhr. Alex Smet. Art. 14: Alle andere geschillen worden uitgemaakt door het bestuur. 50

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2002 | | pagina 52