MARINUS CORNELIS CAPELLE (1920-1979), ZEEUWS
AUTEUR
G.G. Trimpe Burger-Mekking
Van het literaire werk van de Zeeuwse onderwijzer en
schrijver Marinus Cornelis Capelle wordt in de
Encyclopedie van Zeeland het boek Toen de stormvloed
kwam genoemd, een jeugdboek over de watersnoodramp
van 1953 op Schouwen. Nu de ramp na vijftig jaar op
velerlei manieren weer aandacht krijgt, lijkt het
genoemde boek een goede aanleiding om wat dieper in te
gaan op leven en werk van de op Schouwen geboren
Marinus Capelle.
Levensloop'
Marinus Cornelis Capelle werd 30 november 1920
geboren in Oosterland op Schouwen-Duiveland. Hij was
de jongste uit een gezin van negen kinderen, zeven
jongens en twee meisjes. Dat hij als laatste geboren werd
leverde hem het voordeel op dat hij als enige van de
kinderen verder mocht leren na de lagere school. Dat je
je trouwens ook zonder middelbare opleiding op het j
literaire vlak uitstekend redden kon bewees de oudste
broer Leendert. Deze was jarenlang correspondent voor verschillende streekbladen en schreef veel
over gebeurtenissen die zich afspeelden in Oosterland en op Schouwen-Duiveland. In het dagelijks
leven zette broer Leendert samen met een andere broer het metselaarsbedrijf van vader Capelle
voort, een familiebedrijf dat nog steeds bestaat.
Marinus Cornelis bezocht na de lagere school de mulo in Zierikzee en behaalde in 1939 zijn
einddiploma. Daarna ging hij naar internaat de Klokkenberg in Nijmegen voor een
onderwijzersopleiding. De christelijke normaalschool op de Klokkenberg2 was een bekende
kweekschool waar leerlingen uit het hele land hun opleiding volgden. Helaas moest de jonge
Capelle al gauw zijn studie staken door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog. Hij kwam als
onderduiker terecht in Friesland en Oosterbeek.
Na de oorlog was er zo'n tekort aan onderwijzend personeel dat ook mensen in opleiding werden
ingezet op de scholen. Marinus Capelle werd onderwijzer in Oosterbeek op de Paasbergschool. Hij
heeft zijn studie afgemaakt en de akte voor hoofdonderwijzer behaald.
Het verblijf in Oosterbeek was van korte duur want al in 1945 werd hij benoemd in Kamperland.
Daar leerde hij zijn toekomstige vrouw, Willemien Balkenende kennen. Het echtpaar Capelle zal
niet verwacht hebben dat een achterneef van hen in 2002 premier van Nederland zou worden!
In 1951 volgde een verblijf van vier jaar in Maartensdijk in de provincie Utrecht, waarna het gezin,
dat inmiddels drie kinderen telde, naar Breskens vertrok. Breskens, waar Capelle hoofdonderwijzer
werd, zou de laatste Zeeuwse standplaats zijn. Het vierde kind werd er geboren en in 1958 vertrok
de familie uit Zeeland omdat vader Capelle in het Brabantse Nieuwendijk op een grote school de
functie van hoofdonderwijzer kreeg. Deze betrekking vervulde hij eenentwintig jaar, tot zijn
overlijden in 1979.
2