OVER BOEKEN
C. Dekker, Een Schamele Landstede, Geschiedenis van Goes tot aan de Satisfactie van 1577 (Goes:
De Koperen Tuin, 2002). 631 blz., afbn. veelal in kleur. ISBN 90-76815-10-0. Prijs 39,50.
Toen ik enkele nummers geleden (Neh. 135 blz. 27) in een bespreking van het boek van prof. dr.
P.A. Henderikx, uitgekomen als hommage aan hem bij zijn emeritaat als hoogleraar, me zeer
euforisch heb uitgelaten omdat we beiden rechtgeaarde Zuid-Bevelanders waren, zijn er naast
waarderende ook kritische geluiden tot me gekomen. Nu dan wéér een boek van een echte Zuid-
Bevelander, immers prof. dr. C. Dekker komt uit Wemeldinge, voor me ligt zal ik me deze kritische
geluiden ter harte nemen. Al blijft natuurlijk dat we toch een beetje trots zijn bij de verschijning van
zijn uitgebreide studie over het schamele stadje Goes.
Nu ik het boek gelezen heb moet het me van het hart, dat Goes alles wel uit de kast heeft moeten
halen om tenminste nog enigszins zijn stand als centrumstad waar te kunnen maken. De titel van
het boek lijkt me dan ook zeer juist gekozen.
Komen we tot de inhoud.
De vroege bewoning van de Bevelanden zoals verwoord in het eerste hoofdstuk geeft een
uitstekende en verantwoorde weergave van de gedachten, die thans na diverse studies hierover
algemeen worden aanvaard. Dat het vooral de plaatselijke, soms machtige ambachtsheren waren die
zich inzetten bij het stichten van de kerkelijke parochies, lijkt volkomen duidelijk, hoewel
onduidelijk is waarom een zo machtig ambachtsheer als Wolfert van de Maelstede pas in 1248 een
parochie in de buurt van zijn slot zou stichten. Mogelijk dat de hypothese uitgesproken tijdens de
viering van het 750-jarig bestaan van de kerk op waarheid berust, namelijk dat de kapel waarvan
we de archeologische sporen, welke teruggaan tot de 12de eeuw, terugvonden onder het huidige
kerkgebouw, behoren tot de slotkapel van de Maelstedes. Op het slotterrein van Wolfert van de
Maelstede is geen enkel spoor van een kapel gevonden, wat in dit verband te denken geeft.
Maar terug naar Goes, het zijn de machtige families Van de Maelstede de Van Schenge die een
belangrijk stempel gedrukt hebben op de vorming van, in eerste instantie het dorp, maar later de
stad Goes. Zij waren het die met de Van Borseles Goes haar plaats als centrum van de Bevelanden
hebben gegeven. Het hoofdstuk over deze families bevat een schat aan gegevens over hun doen en
laten. Uiteraard kon ook de verhouding met Jacoba van Beieren, die volgens overleveringen zo veel
voor Goes zou hebben betekend, niet onbesproken blijven. Prof. Dekker laat van alle hoogdravende
gedachten en z.g. feiten weinig of niets over.
Economisch dreef Goes geheel op de zoutnering. Hoewel in de eerste eeuwen van haar bestaan,
zoals zo veel plaatsen in de streek, de schapenhouderij en de lakenweverij de hoofdtoon zullen
hebben gevoerd, zeker in de latere eeuwen was de sel- of zoutnering de kurk waarop de welvaart
43