DIALECTDAG 2002
Margot van Baalen-Geijs
Der is een tied om te brullen
en een tied om te lachen
een tied om te rouwen
en een tied om te feesten
Dat zei Prediker. En de 26ste Dialectdag was een dag waarin de 'tied voe leute en plezier'
overheerste. Een impressie:
Regenbuien en wind trotserend begeven we ons 19 oktober naar Kapelle. Zou hij er zijn of zou hij
er niet zijn: het was natuurlijk een hectische week geweest in Den Haag met de val van het kabinet.
Het heeft iets weg van Sinterklaas: vol verwachting zit ik achterin de auto van mijn vader en
moeder. Mijn ouders hebben me niet alleen het Zeeuws, maar ook de liefde voor alles wat Zeeuws
is met de paplepel ingegoten. Ze hadden hun vaderdag- en moederdagcadeau nog te goed, dus wat
kon ik beter doen dan ze uitnodigen voor deze dag?
Dat ik mij weer een klein kind voel, wordt bevestigd bij binnenkomst: op een meisje bij de
boekenstand na, ben ik - met mijn 34 jaar - op het eerste gezicht met afstand de jongste.
Overduidelijk zitten hier mensen bij die al voor de 26ste keer de Dialectdag bijwonen.
Voor ons is het de eerste keer en we zagen wat op tegen de jaarvergadering, maar de voorzitter
maakt er puur entertainment van. Vooral toen de vergadering even werd geschorst omdat de
minister-president aankwam. Gehaast en enigszins gespannen verlaten de voorzitter, burgemeester
en commissaris van de koningin de zaal, om met gezwinde spoed weer terug te keren: loos alarm.
Iemand anders met een mooie auto was langs de Vroone gereden. Dit tot grote hilariteit van de zaal.
De voorzitter verklaart later dat het om een generale repetitie ging. Ja, ja.
Maar zoals Prediker zegt: 'oales kom op z'n tied', dus ook Jan Peter Balkenende.
De jaarvergadering wordt verder in rap tempo afgehandeld, waarna er nog tijd over is voor het
oefenen van een lied dat speciaal voor de uitgave van het Supplement van het Zeeuws woordenboek
is gemaakt. Het laatste couplet zou later zonder repetitie ten gehore gebracht worden, want hij is
gearriveerd: onze Jan Peter.
En hij wordt helemaal 'van ons' op het moment dat hij, met plakkende vingers van de bolus, aan
zijn speech begint. Zijn eerste woorden in het Zeeuws, waarmee hij de harten van de aanwezigen
meteen weet te stelen. Wat mij als voorvechter van het behoud van het Zeeuws het meest
aanspreekt, is zijn opmerking over het voordeel dat dialectsprekers hebben t.o.v. mensen die alleen
ABN spreken. Want soms voel ik mij als een Don Quichotte: hoewel wij onze dochter in het
Zeeuws proberen op te voeden, merken we dat we dikwijls naar het ABN overschakelen als we
zeker willen weten dat ze ook doet wat we zeggen. Dat zelfs een minister-president mij in mijn strijd
steunt doet me goed. (De volledige tekst van het verhaal waarmee hij de dialectdag officieel opende
is elders in dit blad afgedrukt.)
Ik neem me voor in de pauze de vertaling van Prediker aan te schaffen, want dat is toch een
terugkomend thema deze dag.
In het onderdeel van mevrouw van Bezooijen, dialectologe aan de Universiteit van Nijmegen, valt
het Don-Quichottegevoel nog sterker over me heen. Uit haar onderzoek blijkt dat de meeste
ondervraagden het Zeeuws niet als nuttig of belangrijk zien, maar wel als 'gezellig'. 'Het Zeeuws
36