Hugo van der GoesDe aanbidding van de herders (9 ddpe&deJceaiA, /aai aat do/cd/cend en dcdafien/ 2)en praten Gp/peer die t ad /eefitpedc/ia/ien, ojd voor u pedtoren, die ad amart ver/oren, Q-fn de dridde pedeid in enen stad, (B menden om Qiddamtd vod. Gpfpp wordt na pevonden, in doe Joi/cend peuw-nden: 9d>e moeder en mapei id een.- Sod vader id vader ad/een. &a rod, dierderdoenA oft, de deen/ ddperder/cend doo/it, doo/it, dierder/eend /ocAtj doe>dit; dddperder/cend doo/it, /oe/ti, die rderdens dooAt, deo/it; ddYa, na, na, BBoinde/cen teer; pad, xadx,ud, dcrijt toe/i niet meer. Vit Stijn Streuvels 'Het Kerstekind' ca. 1911 35

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2002 | | pagina 37