Hugo van der GoesDe aanbidding van de herders
(9 ddpe&deJceaiA, /aai aat do/cd/cend en dcdafien/
2)en praten Gp/peer die t ad /eefitpedc/ia/ien,
ojd voor u pedtoren, die ad amart ver/oren,
Q-fn de dridde pedeid in enen stad,
(B menden om Qiddamtd vod.
Gpfpp wordt na pevonden, in doe Joi/cend peuw-nden:
9d>e moeder en mapei id een.-
Sod vader id vader ad/een.
&a rod, dierderdoenA oft, de deen/
ddperder/cend doo/it, doo/it, dierder/eend /ocAtj doe>dit;
dddperder/cend doo/it, /oe/ti, die rderdens dooAt, deo/it;
ddYa, na, na, BBoinde/cen teer;
pad, xadx,ud, dcrijt toe/i niet meer.
Vit Stijn Streuvels 'Het Kerstekind' ca. 1911
35