VERBORGEN COMPONISTEN IN DE ZEEUWSE BIBLIOTHEEK TE MIDDELBURG Hans Clement Ohne Musik ware das Leben ein Irrtum. Friedrich Nietzsche Inleiding De betekenis van muziek voor de mens kan nauwelijks worden overschat. Sinds eeuwen bespeelt hij instrumenten en laat hij zich inspireren door de klanken ervan, of het nu gaat om een eenvoudig tokkelinstrument of de rijke harmonieën van een symfonieorkest. Zowel het maken van muziek als het luisteren ernaar lijken daarom zaken die tot het wezen van de mens behoren: mens en muziek zijn onafscheidelijk met elkaar verbonden. Maar wat is muziek eigenlijk, waardoor onderscheidt zij zich van louter geluid? Wat brengt mensen ertoe zich massaal te verzamelen op concerten? Vanwaar ook de vele soorten muziek? Bestaan er eigenlijk betere en mindere soorten, of vormen zij wellicht allemaal slechts variaties op eenzelfde principe? In ruimere zin kan worden gevraagd: wat is kunst überhaupt? Wat gebeurt er in de kunst? Vormt kunst soms een vlucht van de mens voor zijn eindige bestaan? Bespeurt hij in de 'volmaakte' kunst een afspiegeling van een volmaakte werkelijkheid die die eindigheid transcendeert? Is dat soms het verenigende principe waarop alle soorten kunst zich uiteindelijk baseren? En wordt de mens door de kunst misschien aan die hemelse werkelijkheid herinnerd, waaruit hij volgens de Griekse filosoof Plato is verstoten?' Of dient deze metafysische verwijzing naar het verleden te worden geschrapt en moet kunst met Ernst Bloch en Theodor W. Adomo juist veeleer worden opgevat als uiting van een toekomstig ideaal?2 Los van deze verschillen in opvatting is het in ieder geval duidelijk dat kunst mensen letterlijk en figuurlijk beweegt. Deze waarde van de kunst wordt niet alleen door de kunstenaar maar ook door de kunstminnaar ervaren. Beide categorieën zijn wereldwijd vertegenwoordigd en Zeeland vormt daarop geen uitzondering. Integendeel, zoals mijn broer Albert via verscheidene publicaties heeft aangetoond, kent Zeeland een respectabel muziekverleden.3 Onder andere componisten als Bustijn, Lootens, Reynvaan en de gebroeders Von Brucken Fock hebben allen dit verleden gestalte gegeven. Dat de Zeeuwen hun verleden respecteren, blijkt wel uit het feit dat de Zeeuwse Bibliotheek te Middelburg met steun van de Stichting G.H.G Von Brucken Fock-Fonds begin 2001 heeft besloten tot een inventarisatie van oude bladmuziek, aanwezig in het magazijn en de kluis van die bibliotheek. Deze inventarisatie is verricht door schrijver dezes. Dit artikel vormt derhalve een verslag van die inventarisatie, waarbij tot ieders verrassing onder meer enkele relatief onbekende meesters zijn opgediept. Deze meesters zijn uit Zeeland afkomstig of hebben daarmee een heel duidelijke band. Een meesteres Eén van de meest bijzondere 'ontdekkingen' onder deze Zeeuwse meesters bestaat uit de handschriften en publicaties van een meesteres, genaamd Henriëtte Jacoba van Campens Nieuwland (geb. Witsen). Van origine is Witsen geen Zeeuwse. Zij werd op 20 februari 1875 in Amsterdam geboren als dochter van Jonas Jacobus Witsen en Louisa Wilhelmina Henriëtta van Vloten.4 Witsen was 12 jaar oud toen haar moeder overleed. In Haarlem volgde zij de H.B.S. Op 7 april 1898 huwde zij met jonkheer Bonifacius de Jonge, heer van Campens Nieuwland (1860-1931).5 Deze jonkheer werd in Middelburg geboren waar hij tevens het gymnasium bezocht. Het echtpaar kreeg drie kinderen, twee meisjes en een jongen.6 In 1909 strandde dit huwelijk, waarna Witsen in 1913 2

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2001 | | pagina 4