IN ZEE KIJKEN Lou Vleugelhof Volgens mij kijkje niet naar de zee, maar in zee. Je staat in zee te kijken. Je kunt wel naar de zee kijken, maar dan kijk je naar iets bepaalds, een veerboot, een vrachtschip, een boei of een politiebootje. Naar zee kijken is een doelgerichte handeling. In zee kijken is helemaal niets doen, is met een blik op oneindig staren in het niets. In zee kijken is misschien de meest geliefde bezigheid van de landbewonende mens. Het is maar enkele mensen gegeven om gedurende korte perioden op zee te wonen: de zeeman. Gezien zijn aard echter is de mens een aardman en een aardvrouw. Zijn thuis is het land en hij is toegerust met twee benen om op die aarde te staan en te lopen. De mens heeft in de loop van de evolutie zijn vinnen en kieuwen verloren - evenals zijn vleugels - en nu roeit hij met de riemen die hij nog heeft, maar zowel in het water als in de lucht blijft het behelpen: gespartel met armen en benen, luchtvervuilend geraas en gedonder van namaakvogels. Het lijf kan zich in het water wanen of in de lucht, alles bij elkaar heeft het gespartel van de mens niet zo veel om het lijf. Hij is altijd weer blij dat hij veilig aangeland of geland is, en met zijn twee benen op de grond staat. Maar wellicht is 'in zee kijken' een van de meest geliefde bezigheden van de mens, die voortkomt uit een oeroud heimwee naar zijn vissenstadium. Is het daarom dat het mensenras met miljoenen tegelijk overal in de wereld naar zee gaat? Waar ze ook voor zijn gekomen, om te kijken naar een schip, zeevogels of badgasten, de boulevard, de pier, een zeiler, een zonsondergang of wat dan ook, allemaal zijn ze bewust of onbewust gekomen om in zee te kijken. Ze volgen een oeroud visseninstinct en ze spartelen in hun oerelement. Even zijn ze weer thuis in hun oudste baarmoeder en ze voelen zich veilig en vrij en zijn dus vrolijk en uitgelaten. Ze zijn letterlijk uitgelaten door het land dat zwaar en stug en taai van aard is vergeleken bij de buigzaamheid van de zee. Een Zeeuw - iemand die vlak bij zee woont - is nooit helemaal losgerukt van zijn oerbaarmoeder. Daarom is zijn diepst geliefde bezigheid 'in zee kijken'. Een zeedijk, een duin, een boulevard is zijn geliefde standplek. Hij laat het beperkte landerige achter zich en stelt zich open voor de grenzeloosheid van de zee. In zee kijken is filosofisch gezien een metafysisch gebeuren; het roept zin- en zijnsvragen op over het kortademige jachtige bestaan. In zee kijken is een religieus gebeuren; het roept vragen op over de oneindigheid en onze eindigheid. In zee kijken is een psychologisch gebeuren; als je rusteloos of overspannen bent, is de beste remedie naar zee te gaan en te staren in zee. Van een wandeling over de boulevard of een zeedijk en dan op een bankje of in het gras neerstrijken om in zee te kijken word je even mstig als een zeehond op zijn zandbank. Een anekdote Voor ik over de poëzie van Zeeuwen zal spreken, eerst nog een anekdote over het in zee kijken van de beroemdste Zeeuw die Zeeland heeft voortgebracht. Toen die in 1842 een standbeeld kreeg in Vlissingen, werd hij met zijn rug naar de zee gezet. Het was nog wel in de tijd van de Romantiek - maar zoals bekend was de Romantiek zeer huiselijk van aard in Nederland - men zal de grote zeeheld graag knus en gezellig thuis aan land hebben gewild, dicht bij ons, niet met zijn gedachten bij grote daden en avonturen ver van huis. Hij kreeg een plein om op te staan, een gewone burger tussen de andere. Het plein kreeg zijn naam en daarmee was hij ondergebracht in het stadsplan: Het De Ruyterplein. Vijftig jaar stond Michiel daar. Het moet een landerige tijd voor hem geweest zijn. Vijftig jaar vastgeklonken aan een sokkel, met zijn rag naar de zee, terwijl hij het liefst net als in 39

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2001 | | pagina 41