handschrift met schitterend gekalligrafeerde partijen. Voorts behoorde dit exemplaar vermoedelijk
tot Emiles eigen bezit, aangezien op de keerzijde van de partijen telkens de initialen 'E.v.B.F.' zijn
te lezen. Verder staat deze serenade van Emile te boek als 'het enige van hem bekende
kamermuziekwerk'.11 Het stamt uit 1924 en behoort daarmee tot Emiles laatste composities.12
Indien men tenslotte bedenkt dat de catalogus van de Zeeuwse Bibliotheek van Gerard 34 titels telt,
terwijl Emile slechts eenmaal voorkomt, wordt duidelijk dat de serenade een prachtige aanvulling
vormt op de collectie.13
Muziek rondom de Nieuwe Kerk en de Lange Jan
Een volgende Zeeuwse meester betreft de 19de- en 20ste-eeuwse organist van de Nieuwe Kerk te
Middelburg A. van Os.14 Van hem werd het omvangrijke werk voor koor en orkest De Zeven
Vreugden van Maria aangetroffen. De compositie van dit werk heeft vermoedelijk een aantal jaren
in beslag genomen. Het magnum opus lijkt te getuigen van een gedegen kennis van instrumentatie
en orkestratie. Ook in dit geval gaat het om een handschrift. Behalve als organist was Van Os actief
als dirigent. Omstreeks 1895 richtte hij een 'Middelburghs Mannenkoor' op dat echter weer even
snel verdween als het was verschenen.15 In 1913 werd hij dirigent van het 'Vlissing's
Mannenkoor'.16 Van Os heeft eveneens in 1901 het orgel in de concert- en gehoorzaal te
Middelburg ingewijd.17 Ook verzorgde hij concerten.18
Met betrekking tot de Middelburgse abdij dient voorts te worden gewezen op een grote bundel
gevonden partituren, wederom handschriften, voor carillon. Een groot deel van deze muziek dateert
uit 1897-1923 en is geschreven voor het klokkenspel van de abdijtoren (de Lange Jan). In de
betreffende bundel bevinden zich tevens werken voor de carillons van Tholen en Eindhoven.
Aangezien op de map waarin deze muziek zich bevindt thans de naam 'Morks' staat te lezen, is het
waarschijnlijk dat de betreffende handschriften in zijn bezit zijn geweest. Dit impliceert niet
noodzakelijk dat hij tevens de componist is. Op de composities ontbreekt namelijk zijn anders altijd
aanwezige naam. Wél treft men de namen aan van andere
componisten, zoals bijvoorbeeld Schumann en Haydn.
Derhalve bestaat het vermoeden dat het om bewerkingen
gaat van bestaande composities door Morks voor carillon.
Misschien is het een aardige gedachte om deze bundel
geschriften op termijn door een beiaardier te laten
inspecteren, teneinde naast het thans niet zelden en voor
sommigen wellicht tot vervelens toe klinkende 'Hopsa,
heisasa' en 'In een blauwgeruiten kiel' eens de klanken
van onder anderen Schumann en Haydn op de Lange Jan
ten gehore te brengen.
Meesters uit Schouwen-Duiveland, Veere, Middelburg
en Goes
Behalve van Witsen, Von Brucken Fock en Van Os is een
enorme bundel handschriften aangetroffen van de op
Schouwen-Duiveland woonachtige P.C. Tak. Hoewel de
kwaliteit van diens werk op het eerste gezicht beslist niet
moet worden overschat, kan niet worden uitgesloten dat
verdere studie van de gigantische verzameling
(waaronder trouwens enige publicaties) enkele aardige
werkjes oplevert. Bovendien kan men de composities van
Tak behalve vanuit musicologisch tevens vanuit
Jan Morks (1865-1926), dirigent en
componist te Middelburg.
4