Wereldzee Wij leven hier, het land is door de zee omkaderd, wij zijn daar tegenaan vergaderd en leven met haar mee. De één met een zee van bier, de ander met een zee van woorden zonder papier, de volgende spat woorden van licht op de plecht. Zee omarmt de tegenzin van het land eraan. Zee schiet mij te binnen als ik haar tijdelijk vergeten ben en niets van haar wil weten, van almaar dat gebruis, of alles al klaar is, of alles al rond is en leeg. Zee stroomt door de zinnen heen en terug, ik wil graag de zee in een hanteerbare verpakking deponeren en van haar kleuren meubelen timmeren en plavuizen zodat ik er over wandelen kan, zonder speciale vooropleiding. Overzichtelijk. Een huis aan de zee. Ik mis je. 'Wij leven allemaal bij de zee en met de zee,' zegt de dichter, leder heeft zijn eigen zee: op het niveau van drank en consumptie een zee van bier, op het niveau van de taal een zee van woorden (taalgebruiken), op het niveau van het dichten woorden van licht op de plecht. Het land in zijn vastheid en zekerheid omarmt met tegenzin de eindeloosheid van de zee. Tijdelijk vergeet je dan ook de zee, wil je niets weten van haar, omdat ze zo af zo rond, dus ontoegankelijk is, maar in de tijd juist blijft ze aanwezig in je gedachten. Ze stroomt door de taal 'door de zinnen heen terug'. De zee herhaalt zich en de taal is in haar gebruik ook een heen en weer gaan van eindeloos veel betekenissen. Wat wil de dichter nu? Hij wil - hier is duidelijk de beeldend kunstenaar aan het woord - de zee in een hanteerbare verpakking sluiten, hij wil van haar kleuren meubelen timmeren en plavuizen vormen om over te wandelen. Hij wil de zee letterlijk overzichtelijk maken en daarom wonen in een huis aan zee. Een huis dat evenals de herberg bij Yvonne Né, beschutting en geborgenheid biedt tegen de leegte, de afgerondheid, de ondoordringbaarheid van de grenzeloze zee. Ik zou eindeloos door kunnen gaan met gedichten van Zeeuwen (en niet-Zeeuwen) die de zee in haar eindeloze gevarieerdheid bezingen. Mijn keuze van gedichten was toevallig en ingegeven door wat mij de laatste weken onder ogen kwam. Ik eindig met een verontschuldiging aan alle dichters die hier niet aan bod zijn gekomen. Graag wijs ik u op de bloemlezing van gedichten van Zeeuwse dichters Zee en Land, uitgegeven door de gezamenlijke Zeeuwse Boekhandels in het kader van de Week van het Zeeuwse Boek, 1999.* *Noot redactie: in het kader van het vijftienjarig jubileum van het literaire tijdschrift Ballustrada verschijnt op 31 januari 2002 (landelijke gedichtendag) bij Uitgeverij ADZ de bundel Zeeuws Dicht. Topografische Poëzie met gedichten van Zeeuwse en niet-Zeeuwse dichters over steden en dorpen, wateren en plekken in Zeeland. 43

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2001 | | pagina 45