In een embleem uit Spiegel van den ouden ende
nieuwen tijdt zien we een varken versierd met een
gouden ring door zijn neus. Terwijl Cats opmerkt dat
goud meer waarde heeft in de oren van een jonge
vrouw of een bruid, is de hoer die naast het varken
loopt beledigd. Aan het eind van Cats' monoloog
komt zij tot inzicht en keert zij zich naar de lezers toe
en waarschuwt alle vrouwen om hun maagdelijkheid
niet te grabbel te gooien.27
Slotopmerking
Hoe kunnen we de grote populariteit van Cats in de
zeventiende eeuw verklaren? In 1618, in de voorrede
van Minnebeeldschreef Cats dat de jeugd niet in een
boek is geïnteresseerd als het een stichtelijke titel
heeft. Jongelui doen het dan niet eens open, want ze
hebben liever het 'soet galmende geluyt van
liefkoosende klinckdichten', van amoureuze
sonnetten. Een belangstelling die Cats waardeerde
maar daarbij mocht het niet blijven. Cats was hen te
slim af. Hij liet het boek illustreren met een
afbeelding van Cupido en refereerde in de titel aan de
lietde. Met deze worm-kruyt met suycker - Ick sie een gorttich swijn met ringen in den
benadering gaf Cats praktisch en moreel advies - dat muyl
was toch stichtelijk - verpakt met een leuke
versiering.28 Met deze slimme marketingaanpak gaf Cats er blijk van de aard van het Nederlandse
volk te kennen en beter te kunnen bespelen dan zijn piëtistische confraters.29
Vrije Universiteit, Amsterdam
Noten
1. B. van Selm, Inzichten en vergezichten. Zes beschouwingen over het onderzoek naar de geschiedenis van de
Nederlandse boekhandel (Amsterdam: De Buitenkant, 1992), 68-69.
2. F.A. van Lieburg, De Nadere Reformatie in Utrecht ten tijde van Voetius. Sporen in de gereformeerde kerkeraadsacta
(Rotterdam: Lindenburg, 1989), 63-64. L. Bogaers, 'Een kwestie van macht? De relatie tussen de wetgeving op het
openbaar gedrag en de ontwikkeling van de Utrechtse stadssamenleving in de zestiende en zeventiende eeuw',
Volkskundig Bulletin 11 (1985): 102-126. R. Dekker, Holland in beroering. Oproeren in de 17de en 18de eeuw (Baam:
Ambo 1982), 61.
3. J. de Bruijn, Plakkaten van stad en lande. Overzicht van Groningse rechtsvoorschriften in de periode 1594-1795
(Groningen: Nederlands Agronomisch-historisch Instituut, 1983), 51-158. H. Noordkerk, Handvesten, of te priviligien
ende octroyen mitgaders wille keuren, costuimen, ordonnantiën en handelingen der stad Amsterdam (Amsterdam:
Hendrik van Waesberge, 1748), 11. L. Bogaers, 'Een kwestie van macht? De relaties tussen de wetgeving op het
openbaar gedrag en de ontwikkeling van de Utrechtse stadssamenleving in de zestiende en zeventiende eeuw',
Volkskundig Bulletin 11 (1985): 102-126.
4. De geesielijcke queeckerije herdrukt in 1740, en herdrukt twee keer in de twingtigste eeuw. B. Kruithof Zonde en deugd
in domineesland. Nederlandse protestanten en problemen van opvoeding, zeventiende tot twintigste eeuw. (Groningen:
Wolters-Noordhoff, 1990), 4 1. W.J. op 't Hof, Engelse piëtistische geschriften in het Nederlands, 1598-1622
(Rotterdam: Lindenberg, 1987), 490-494.
5. S. Paas, De gemeenschap der heiligen. Kerk en gezag bij Presbyteriaanse en Separatistische Engelse Puriteinen, 1570-
1593 (Zoetermeer: Boekencentrum,1996), 106. P.G. Hoftijzer, 'Het Nederlandse boekenbedrijf en de verspreiding van
Engelse wetenschap in de zeventiende en achttiende eeuw' Jaarboek voor Nederlandse boekgeschiedenis (5) (1998) 59-
72. P.G. Hoftijzer, 'Engelse boeken in Nederland in de zeventiende eeuw' Mr. H. Bos-lezing bundel (te verschijnen
2001). W. Heijting, Protestantism crossing the Seas: A short-Title Catalogue o,f English Books printed before 1801
XLVIII. uj
Tanquam annidus in naribus Suis.
TT v vvstrrn frinrm ding svat Icoom ick hiet te merckc 1
kk lie een vuyle fcugh, ick (ie een leelijck vereken
lek (ie een goreich levijn mee ringen inden muvl
Deer mede wroet hee beeft oock tn liet ftimftc vuyl
Vciur wact ljce edel goue tüc is ter ejunder uren,
Met onrecht, quiet heleyt, of ongefoute kuren,
De leuge toc-gclchickt, en aen het fwijn beftect
tien beeft dat cndtcl dtcck ea vuylcn modder eet
Gewis
23