Terwijl De Swaef de jeugd typeerde als de periode waarin de mens er het meest voor bloot ligt 'dat zij vleesch, de wereld, den duyvel, het quaat gezelschap hem sullen van de godsaligheid tot de godloosheid verleiden en weg voeren' was Cats minder dramatisch.16 Daarin verraadt deze gematigde calvinist zijn affiniteit met het humanisme. Vele ideeën van de humanisten zijn terug te vinden in het gedachtegoed van Cats. Erasmus hield ouders voor dat zij verantwoordelijk waren voor de vorming van mensen. Men moest kinderen liever prijzen dan straffen, liever aansporen en lokken dan dwingen, en vooral met een goed voorbeeld voorgaan. Alleen wanneer niets anders hielp zou men kunnen slaan.17 Wanneer kinderen adolescenten werden was dat advies nog steeds van toepassing. Humanisten in de vroegmoderne periode begrepen heel goed hoe labiel de periode van de adolescentie was. Adolescenten waren onevenwichtig, ten prooi aan extreme emoties van liefde en haat, zij waren hoogmoedig maar ook heel onzeker, ze koesterden hoge verwachtingen maar waren nog afhankelijk van anderen.18 Cats begreep hoe het was om jong te zijn. Zijn spreekwoord 'Men moet een paar narre-schoenen verslijten, eer men recht wijs wort' zegt het al. Dit spreekwoord werd geïllustreerd met een afbeelding van een jongen met narre- schoenen aan.19 Als wij naar de details van dit embleem kijken, zien we overal ondeugd. Hij is aan het dansen tussen een tennisracket en een stapel kaarten, terwijl op de achtergrond een groep jonge mensen muziek aan het maken is. De slechtheden die afgebeeld zijn, vormen een groot contrast met de opvoedingsideeën van De Swaef en Koelman. Tennis bijvoorbeeld was een populair spel onder studenten. En slecht spel, vanwege de weddenschappen.20 Spelen voor geld was een overtreding van het derde gebod van de decaloog. Met dobbelspel, kaarten en zelfs het kopen van een lot voor een loterij deed men een ijdel beroep op de goddelijke voorzienigheid.21 Het spelen van tennis en kaarten werd vaak geassocieerd met drinken. Na een potje tennis plachten Leidse studenten te gaan drinken. Bij de bevolking van Leiden waren de studenten berucht om hun uitbundige drinkfestijnen. Kaarten en dobbelen vonden vaak in speelhuizen en cafés plaats. De implicaties van tennis en kaarten hadden een domino-effect. Tennis, kaarten en dobbelen werden uiteindelijk gokken en drinken - en drinken was een echte moederzonde. Overmatig drinken leidde naar geweld en promiscue gedrag.22 Cats' advies over jongeren en seksualiteit Cats verschilde met Koelman inzake zijn advies over de seksualiteit van jongeren. Terwijl Koelman voor de gevaren van de seksualiteit van jongeren in bedekte termen waarschuwde, schreef Cats £i mfij'm ieder tin far narrenfchuhm vffinttttt, nicht mcr. jg Ykijckt toch, kijckt toch eens, Cdcllcn £y kijcfct hoe koom ick hi er ter bacn Hoort toch hoe klincken dcfe bellen Siet hoc my dcfe fchoenen (ben. Ghy lachtna dat ick kan bemereken En fegheais binnen u gemoet De Men moet een paar narre-schoene verslijten, eer men recht wijs wort. 21

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2001 | | pagina 23