guL- Middelburgse koopman- regentenstand.13 Literatuur Berge, J.H. van den: 'Wandtegels in het Land van Hulst', in: Jaarboek 1997/1998 van de Oudheidkundige Kring "De Vier Ambachten" (Kloosterzande 1999). Fokker, A.A. en J.C. de Man: De gestichten en openbare gebouwen van Middelburg deel II (Middelburg 1857). Hoynck van Papendrecht, A.: De Rotterdamsche plateel- en tegelbakkers en hun product 1590-1851 (Rotterdam 1920). Lantsheer, M.F.: Zelandia Illustrata. Verzameling van kaarten, portretten, platen, enz. betreffende de oudheid en geschiedenis van Zeeland. Tweede aflevering (Middelburg 1867). Dos Santos Simöes, J.M.: Carreaux céramiques Hollandais au Portugal et en Espagne (1959). Sijnke, P. en A. van Waarden-Koets (red.): De Oostkerk. 'Een heerlyk stuk der Hedendaagsche Bouwkunde'. Geschiedenis en restauratie van de Middelburgse Oostkerk (Goes 1997). Tirion, I.: Tegenwoordige staat der Vereenigde Nederlanden: Behelzende eene Beschryving van Zeeland. Deel I (Amsterdam 1751; facs. Den Haag 1969). Verhoef, J.M.: De oude Nederlandse maten en gewichten (Amsterdam 1982). gessjsgsjji -O*" •->* afb. 7. Top van het paarse abdijtorentableau uit het Gemeentemuseum te Den Haag. De vogelfiguren worden (kruislings) aan de andere zijde van de toren herhaald. Gemaakt door dezelfde schilder als het tableau in Otterlo, zoals te zien is aan de wijze van schilderen van de wolken, welke op beide tableaus identiek is. Noten 1De prent komt in achtvoud voor in de Zelandia Illustrata (Lantsheer 1867) in steeds iets wisselende uitvoeringen; de latere uitgaven zijn van Pet. Schenk. Het door Nicolaas Visscher samenstellen van het Speculum Zelandiae kan gesteld worden tussen 1660 en 1682. Recentelijk zagen facsimile's van de prentenverzameling van het Speculum Zelandiae het licht, naar een gekleurd exemplaar in 1973 door Interbook International Schiedam (ISBN 90.221.1252.7) en naar een niet gekleurd exemplaar in 1978 door Repro Holland. Alphen aan den Rijn. 2. Meestal diende een gravure als voorbeeld voor de schildering op een enkele tegel of een tegeltableau. Om een meer uniforme afbeelding te krijgen en om minder begaafde tegelschilders toch een behoorlijk eindproduct te laten afleveren bracht men het decor als doorgeprikte lijntjes over op een stevig vel papier. Zoiets als het kinderspel uit onze jeugd. Met gebruikmaking van deze 'moederspons' konden door het op elkaar prikken van meerdere velletjes papier door opnieuw doorprikken tegelijk verschillende 'gebruiksponsen' gemaakt worden. Men legde de spons op een één keer gebakken (biscuit)tegel en stoof houtskoolpoeder door. De zo verkregen hoofdlijnen van de figuur werden door de tegelschilder eerst met een speciaal varkensharen penseel getrokken ('de trek') en dan pas verder afgewerkt met het aanbrengen van schaduw. Een spons kon alleen eenzijdig worden gebruikt en was na duizend keer gebruikt te zijn versleten. De sponsen vormden een deel van het 'bedrijfskapitaal', werden zuinig bewaard en bij opheffen van het bedrijf vaak verkocht. Zo zijn uiteindelijk sponsen uit Rotterdamse bedrijven terecht gekomen in Utrecht en Harlingen. 3. Den Haag, Gemeente Museum. Tableau 13 tegels hoog en twee tegels breed. Praktisch alle tegels hebben twee diagonaal geplaatste spijkergaatjes, variërend van 10/0/5/0 (tegel klok rechterhelft) tot 0/16/0/8 (tegel linksboven). De grootte van de tegels varieert van 129x129 tot meestal echter een maat boven de 130, b.v. 131x131 (tegel rechtsboven). Op de plint staat vermeld ANNO en 1778. Een paar vogeltjes. Belletjesmarmer op de onderste twee tegels. De uitvoering van de torenschacht verschilt in details met die te Otterlo, maar is wel met dezelfde spons gemaakt. Otterlo heeft meer gestreept marmer. De lengte van de toren van zijn voet tot aan de haan op de toren is op beide tableaus even lang. 4. Leiden, Museum de Lakenhal. Tableau 10 tegels hoog en twee tegels breed. Praktisch alle tegels hebben twee diagonaal geplaatste spijkergaatjes, variërend van 6/0/5/0 (tegel klok linker helft) tot 6/0/7/0 (tegel klok rechter helft). De grootte van de tegels varieert van 131x131 tot 130x130. Om de figuur van de abdijtoren heen aan boven- en zijkanten een bladerenrank met aan de bovenzijde enkele rocailles. Aan de onderzijde het opschrift De, Tooren, Van, Middelburg en een maatlijn in voeten. Vogeltjes om de top van de toren ontbreken. 5. Pendanten zijn in de tegelwereld twee gelijkwaardige en bij elkaar horende stukken van dezelfde maker en hetzelfde formaat. In de achttiende eeuw toont de tegenhanger soms een spiegelbeeldige afbeelding (bij kanariekooitjes en pilasters), maar meestal een niet spiegelbeeldige andere afbeelding (b.v. poes-hond). 13

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2001 | | pagina 15