tegeltableau moet dus gemaakt zijn tussen 1667 en 1712. De grote salon werd tezamen met andere delen van het paleis Saldanhas onder Joao de Saldanha de Albuquerque (1637-1723) aangebouwd en men mag dus aannemen dat het tegeltableau gemaakt en geplaatst werd in het eerste kwart van de zeventiende eeuw. Wanneer wij het tegeltableau beter bekijken blijkt het silhouet van Middelburg een piramide te zijn, met als punt van de piramide de abdijtoren. De geheel van Ledesteen opgetrokken abdijtoren vormt zo het visuele middelpunt van Middelburg en, de naam Middelburg zegt dat eigenlijk al, tevens het geografische middelpunt van het gehele eiland Walcheren. Nescio noemde de abdijtoren zelfs 'De spil dier wereld'. Zowel de Koorkerk, Nieuwe Kerk, als de Abdijtoren zijn niet ouder dan de veertiende eeuw en de Abdijtoren heeft sindsdien veel aan zijn oog voorbij zien trekken: een periode van grote bloei, gevolgd door een uiteindelijk angstwekkende achteruitgang met als absoluut dieptepunt het bombardement van de vreselijke vrijdag 17 mei 1940, waarbij het in het centrum kwam te liggen van een grotendeels vernielde binnenstad. Tegeltableaus Lange Jan Ook de abdijtoren komt zoals gezegd voor op tegels. Deze is daarmee de enige kerktoren, 'solitair verenigd' op een langwerpig tegeltableau, inherent aan zijn vorm dus. Er zijn nog vijf van dergelijke tableaus bekend: naast die in het bezit van de gemeente Middelburg komt steeds één tableau voor in de overheidscollecties van het Museum de Lakenhal te Leiden, Gemeente Museum Den Haag, tegelmuseum Otterlo en in een particuliere collectie in Middelburg. De groep tableaus valt uiteen in twee typen, ieder gemaakt met een eigen, van elkaar verschillende, spons.2 De figuren zijn dan ook niet identiek, zoals onder meer goed te zien is aan de uitvoering van de torenschacht met ook een verschillende lengte van de torens; in Middelburg betreft het een afbeelding over acht en een halve tegel, in Otterlo over elf tegels. De totale tegellengte in Otterlo bedraagt dertien tegels, dat wil zeggen 176 centimeter en dit is al vanuit het begin van de zeventiende eeuw precies de lengte van een haardachterwandtegelpilaster. De dertien tegels hoge tableaus uit Den Haag en Otterlo zullen dan ook zeker tot dit doel gediend hebben (afb. 2).3 Het andere type abdij torentableau (afb. 3) is eveneens twee tegels breed, maar heeft een totale lengte van tien tegels. Deze tableaus kunnen gevonden worden in het Museum te Leiden,4 stadhuis te Middelburg en in de particuliere collectie te Middelburg. Nu blijken ook op het tableau in de kamer van B en W in het stadhuis te Middelburg de bovenste twee tegels te ontbreken. Het volgende probleem dat nu opdoemt, is of in het geval van tegelpilasters er ooit pendanten5 hebben bestaan. Immers, je hebt twee tableaus nodig om ter linker en ter rechter zijde een schouwboezem te schragen op de plaats waar de boezem aan zijn achterzijde bevestigd werd in de schoorsteenachterwand. Nergens in Nederland kon een tweede, ander, torentableau met de lengte van tien, dan wel dertien tegels gevonden worden. Dit probleem werd opgelost toen de oud antiquair J.P. v.d. Horst mij wist mede te delen dat tot de zestiger jaren van de twintigste eeuw in een woning te Vrouwenpolder een dubbel, dus pendant, paar abdijtoren-tegeltableaus aanwezig was geweest. Toen hij ze kocht waren ze reeds uit de wand verwijderd, zodat de precieze locatie op de haardwand van beide aan elkaar identieke paarse tableaus niet meer was te achterhalen. Aangenomen mag worden dat vanwege de symmetrie zij zich links en rechts onder, dan wel links of rechts van de schouwboezem moeten hebben bevonden. Verraadt bij de gedateerde tableaus de hoogte van dertien tegels nog de oorspronkelijke functie en plaats van het tableau als haardachterwandpilaster ter imaginaire stutting van schouwboezem, de andere wat jongere tableaus, met de lengte van 10 tegels, vertellen ons dit niet. De totale lengte bedraagt in dit geval immers maar 130 centimeters! Met een lengte van een haardachterwandpilaster van tien tegels komt de schoorsteenboezem te laag boven het vloerniveau te hangen en moeten er bij het gebruik als pilaster of aan de bovenzijde dan wel aan de onderzijde nog enkele tegels worden toegevoegd. 9

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2001 | | pagina 11