ERVARINGEN VAN EEN HUISARTS UIT MONACO IN DE
OORLOGSDAGEN VAN 1940
B. van Tricht*
In het begin van 1955 overleed in zijn woonplaats Monte
Carlo de Nederlandse arts B. van Tricht. Geboren te
Arnhem, studeerde hij te Leiden en Amsterdam. Na het
afleggen van zijn artsexamen vertrok hij met zijn vrouw
naar het voormalige Nederlands Indië waar hij in
Djarkarta een grote huisartsenpraktijk stichtte. In 1932
vertrok Van Tricht met zijn vrouw en twee kinderen
vanuit Tandjong Priok met verlof naar het vaderland. Van
dit verlof had hij zich veel voorgesteld, maar de reis werd
één der meest tragische die men zich kon denken. Bij de
ingang van de Rode Zee brak brand uit aan boord en
kwamen beide kinderen met hun gouvernante in de
vlammen om; zelf konden zij zich het vege lijf redden.
Een en ander had tot gevolg dat zij niet terugkeerden naar
Indië, maar dat Van Tricht zich in Monte Carlo vestigde
en daar een bloeiende huisartsenpraktijk opbouwde.
Terstond na de Duitse inval in mei 1940 vertrok Van
Tricht vanuit Monaco naar Nederland, kon nog juist
Walcheren bereiken, maar moest na de val van Nederland
met zijn vrouw per fiets met de terugtrekkende legers
mee naar het zuiden. Van deze tocht van Monte Carlo naar Nederland en terug temidden van
voortdurend oorlogsgeweld is een verslag in de vorm van een brief aan intieme vrienden bewaard
gebleven. De brief is gedateerd 7 augustus 1940. Behalve de voornamen Aleid en Lique en het feit
dat ze tot de familie van de briefschrijver behoorden, weten we niets van de geadresseerden. De
brief is zo uitvoerig dat het onmogelijk is hem geheel te publiceren; we volstaan met de
belangrijkste gedeelten. Na een korte weinig ter zake doende inleiding vangt het eigenlijke verslag
aan. Omdat dit deel vooral de situatie in Zeeland betreft, laten we dit in zijn geheel volgen, in de
oorspronkelijke spelling en met inbegrip van inconsequenties hierin.
Het eerste, wat wij van de oorlog zagen was een zwak bombardement van Brussel, toen wij daar op
13 mei 's morgens aankwamen.. Zaterdagavond om 5 uur uit Monte Carlo, dus een voorspoedige
reis in de gegeven situatie). De treinen liepen niet naar het Noorden en dus namen wij een met
soldaten gevulde trein naar Brugge, vonden daar een taxi, die ons naar de Hollandsche grens
bracht en daar een andere huurauto uit Sluis, die ons in Breskens neerzette. Daar ging de
electrische pont nog, maar er heerschte grote spanning, daar een der kanonneerboten de vorige
dag al door luchtbommen vernield was, evenals de electrisch werkende aanlegplaats. Er waren
nogal wat officieren en soldaten, die uit Brabant kwamen, vluchtenderwijs, die heel wat hadden
meegemaakt. Wij hoorden toen al, dat een sterke Fransche legermacht de Duitschers tegenhield op
Zuid-Beveland, zoowel bij het kanaal naar Hansweert als bij Goes, als op de Sloedijk bij Zuid-
Beveland, Walcheren wat de vitale hoofdstelling was. De Nederlandse troepen hebben bij die
verdediging slechts een geringe rol gespeeld: eerstens bestonden zij voor een deel uit troepen, die
al in Brabant gevochten hadden en hun moreel door luchtaanvallen kwijt waren; tweedens schijnt
het ook daar te zijn voorgekomen, dat Duitschers Nederlandse uniformen droegen. Daar kan ik
Dokter B. van Tricht.
23