Tuinman Piet Snoodijk
vist in de vijver van
Sorgwijck.
zo werd de eenvoudige pachter Adriaan de Moor, wiens studie zich tot het lager onderwijs had
beperkt - en wiens vrouw nog analfabeet was - vervangen door Ko, die het gymnasium te
Middelburg had bezocht. Die ambtswisseling ging geheel in pais en vree. De Moor bleef nog jaren
lid van de raad.
In 1837 had Ko Catharina 'Cateau' Swemer gehuwd; Abraham Swerner, de bouwer van de
buitenplaats 'Sorgwijck', was haar oudoom. Daar woonde nu Ko 's oudste zuster. Broer Abraham
was huisarts in Wissenkerke. Een andere zuster was gehuwd met huisarts Keyl en een derde zuster
met de rijksontvanger A.S. van der Loeff. Van Ko's twee kinderen zou zijn zoon hem als
burgemeester opvolgen. Met zoveel familie in dit kleine dorp was het maar gelukkig dat de
onderlinge verhoudingen heel hartelijk waren.
Van 1830 tot 1833 was Ko als tweede luitenant in militaire dienst na zich - twintig jaar oud - als
vrijwilliger te hebben gemeld te hebben bij de schutterij voor de Belgische veldtocht. En dus heeft
hij ongetwijfeld het befaamde lied uit volle borst meegezongen:
Hollandsche jongens, waar gaan wij naar toe?
Wij, wij moeten naar Brussel.'
Het zal hem erg gespeten hebben dat dat doel niet bereikt is. In 1833 was hij geruime tijd ziek, zoals
uit het militair ziekteverlof blijkt. Waarschijnlijk heeft hij aan tuberculose geleden, de ziekte
waaraan zijn dochter is overleden. Pas in 1836, als hij gemeenteontvanger wordt, horen wij weer
van hem.
De gemeente Wissenkerke is niet hetzelfde als het dorp. De hele westelijke helft van het eiland
Noord-Beveland behoorde tot de gemeente. Daarin liggen drie dorpen: Kamperland, nog heel klein,
maar snel groeiend, Geersdijk en Wissenkerke zelf. De grond bestaat uit een dunne kleilaag, ongeveer
40 cm dik, over de oorspronkelijke zandplaten. Het is de beste landbouwgrond van Zeeland. Eén
vijfde van het areaal is grasland. De landbouw had mest nodig en dus moest er ook wat vee zijn.
Hoe stond Wissenkerke ervoor in 1853?
In één woord; allerberoerdst! Wissenkerke telde met overig Noord-Beveland drie Nederlandse
records. Het eerste was het geboortecijfer dat 47 procent, zeg maar de helft hoger, was dan het
5