onfeilbaar te ontdekken Het toezicht op al deze bepalingen berust bij B. W. zelf. Die mogen
daartoe zelfs huiszoeking doen! Het begrip vrije economie was nog niet ontkiemd. Alle economisch
gebeuren was in een strak keurslijf van voorschriften en bepalingen gevangen.
Als wij na het sluiten van de vergadering weer buiten komen, zien wij een rijtuig met paarden in
vliegende galop langs rijden. Dat mag helemaal niet! In de kom van het dorp mag alleen stapvoets
gereden worden. Maar Willem Blom, de koetsier van dokter Keyl, heeft op de ronde van de dokter
brand ontdekt. En hij, die twee paarden als eerste aflevert bij de brandspuit krijgt 3,- beloning.
Dr. Keyl liet Willem 300,- na, 'als hij tenminste niet tevoren wegens onbetamelijk gedrag en
dronkenschap is heengezonden,zo zegt het testament.
Burgemeesters
Wie was de burgemeester van Wissenkerke in de jaren 1853-1873? Hij is de eerste van het geslacht
Vader van 's Gravenpolder. Maar die heerlijkheid heeft hij pas in 1863 gekocht. Hij trad dus aan
simpel als Jacobus Hendrik Lodewijk Vader. Wij zullen hem kortheidshalve Ko noemen, want zo
was hij in zijn familie bekend. Hij was geboren in 1810 als jongste zoon van Willem Lodewijk
Vader, die in 1795, 19 jaar oud, schout van Wissenkerke was geworden en nadien in wisselende
functies en benamingen - maire, burgemeester, gemeentesecretaris, rijks- en gemeenteontvanger -
de gemeente met krachtige hand had bestuurd. Van hem nam Ko in 1836 het ambt van
gemeenteontvanger en in 1838 dat van gemeentesecretaris over. Pas vijftien jaar later wordt hij
burgemeester, waarbij hij overigens het secretariaat niet opgeeft, maar de beide ambten tot 1873
vervult.
Waarom werd hij niet eerder burgemeester? Wel, zijn echte vak was dat van ontvanger. Dat bracht,
zeker samen met het secretariaat, veel meer op dan het burgemeesterssalaris, dat slechts 10,- per
jaar bedroeg. Zowel papa Willem als zoon Ko waren toch wel de centrale figuur met naast zich een
burgemeester, die geen middelbaar onderwijs had genoten. Maar dan komt Thorbecke. Hij
oordeelde, dat er aan het zwak bestuur van burgemeesters, die nauwelijks lezen en schrijven
konden, een eind moest komen. Zijn instrument daarvoor was een nieuwe Gemeentewet, één van
zijn drie vermaarde 'Monumenten van Wetgevende Arbeid.' Na de invoering hiervan in 1851
werden in de eerstvolgende twee jaren alle burgemeesters ontslagen dan wel opnieuw benoemd. En
Huize Sorgwijck.
4