Président de la Société de Monaco, wat zichtbaar nut afwierp. De Oberleutnant noemde mij dan ook plechtig 'Herr Prdsident'Ik werd aan hem voorgesteld door een Leuvensche professor in de anatomie, die met zijn vrouw als vrienden van den kasteelheer XX, daar gastvrijheid genoot. De vrouw van de Prof. kreeg er zelfs in die dagen haar eerste baby. Toen ik mijn document in handen had, vroeg de commandant of ik er bezwaar tegen had een sigaret met hem te rooken, wat ik na de ondervonden tegemoetkoming niet weigeren kon. Ik kreeg er nog een glas cognac bij (heele goede uit het kasteel) en na het derde glaasje kwam ik in de goede stemming om hem van repliek te dienen. De Prof. en de commandant waren de heele dag zoo 'n beetje op elkaar aangewezen en hadden een aardige modus vivendi gevonden om het penibele van hun politiek, of beter patriottisch, antagonisme te ontwijken; zij behandelden het wereldgebeuren en de oorlogsberichten raillerend, en verdeelden Europa en Azië onder elkaar. Toen wij over de Italiaansche (waarschijnlijk) eischen jegens Frankrijk spraken en de Duitscher als zijn meening te kennen gaf dat Corsica ongetwijfeld Italiaansch zou worden, zei de Prof. 'Alla daar wachtte ik op. Ik zal U tot koning van Corsica benoemen.'Bitte' antwoordde de mof beleefd: 'Ik hoopte juist op Java.'Dat dacht ik wel' aldus Sire 'die kroon van Corsica is U niet groot genoeg. En dat terwijl ik Uw belofte om in Berlijn op een bruine troon te mogen zitten, zonder morren heb aanvaard.Ik wees er den commandant op dat Java wel het laatste land zou zijn, waar hij zich gelukkig zou voelen, omdat de Duitschers afschuw van overbevolking hebben en naar Lebensraum voor 42 mill. Javanen er niet tot zijn recht zou komen. Corsica was volgens mij geen kwaad idee, temeer daar dit eiland in de 18^e eeuw al een Duitsche Koning heeft gehad, nl. Baron von Neuhof, genoemd Theodore I van Corsike. Dit wekte algemene belangstelling bij de staf, want zij hadden een von Neuhof bij het bataljon en moesten alle details hooren van dit inderdaad interessante koningsschap, waarover een Duitsche roman heeft bestaan: Ein Abenteur in Purper. Later werd de Oberleutnant ernstig. De Prof. had ons verlaten en nu wilde hij mijn mening hooren over Holland, wat op de duur de houding der Hollanders zou zijn, etc. Hij had de heele invasie meegemaakt en beweerde, dat het hem en zijn medeofficieren zoo aan het hart was gegaan, dat die sympathieke Hollanders de Duitschers niet zonder vechten hadden binnengelaten. Es war doch Wahnsin gewesen, das kleine Hogen gegen das Öbermachtige Deutsch land. 'Dat komt,heb ik hem toen geantwoord (de cognacs hadden mij adrem gemaakt) 'omdat wij Hollanders ons gehouden hebben aan het woord van onzen nationale held, Willem de Zwijger: Point est nécessaire d' espérer pour entreprendre ni de réussin pour persévérer', de commandant sprak zelf goed Fransch en verstond mijn antwoord best, maar hij waardeerde het blijkbaar bijzonder, want zich afwendend tot de jongere officieren, die om hem heen zaten, zei hij:Haben die Herren das verstanden Bitte, Herr Prasident, wieder holen Sie das Wort nochmal auf Deutsch. Daarna vroeg hij mij waarom de Koningin toch weggegaan was. 'De Duitschers,zei hij zouden toch geen haar op haar hoofd gekrenkt hebben. Ik heb hem toen geantwoord, dat al ware zulks gegarandeerd de Koningin van Holland zich toch niet onder een zekere mijnheer Seis Inquart zou hebben kunnen stellen. 'Vielleicht haben Sie da recht,antwoordde hij, 'maar mag ik U een heel beleefd grapje met betrekking tot Uw koningin vertellen, dat in Duitsland groot succes heeft? Op mijn toestemmend antwoord vertelde hij, hoe volgens Duitsche geruchten Hitier aan Hare Majesteit had voorgesteld Nederland als deel van het Duitsche Rijk op te nemen. De Koningin had daarop geantwoord, nee Mijnheer, dank U wel, dat is mij een veel te uitgestrekt gebied om te regeren. Inderdaad geen kwaad verhaal. Ik heb hem op zijn vraag of op den duur Duitschers en Hollanders niet goed zouden kunnen opschieten, geantwoord, dat ik niet geloofde, dat Holland de eerste 100 jaar vergeten zou wat Duitschland ons heeft aangedaan, maar dat ik ook wel hoop had, dat daarna de verstandhouding een goede zou worden. Wij zijn met een paar grapjes van elkaar gescheiden. Hij wenschte mij veel succes op de fiets naar Parijs en ik hem op den troon van Corsica. De volgende dag keerden Annie en ik het woestijnachtige plaatsje de rug toeallerhartelijkst uitgeleide gedaan door de hotelfamilie. Ik kreeg van het lieve dochtertje als speciaal afscheidsgeschenk een 30

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2001 | | pagina 32