9. Ibid. nr. 816 van 4 mei 1249.
10. Ibid. nrs. 748 en 785 van resp. 20 april en 3 nov. in het legerkamp bij Keizersweerd en te Aken.
11. Ibid, nr.806 van 9 januari 1249 en nr.785 uit 1248.
12. D.E.H. de Boer en E.H.P. Cordfunke, Graven van Holland, 68.
13. Kruisheer. OHZ II, nrs. 807 en 808, beide van 16 januari 1249.
14. G.C.A. Juten, 'De oudste heeren van Breda', Taxandria 1905, 228.
15. Camps, ONB I, nr. 1001 en Kruisheer. OHZ II, nr. 691 van 15 juli 1246. Waarschijnlijk was de geheimhouding nodig
omdat Hendrik zijn overleden neefje toen nog niet officieel was opgevolgd.
16. Camps, ONB I, nr. 1491, van 22 juni 1269.
17. W.A.van Ham, 'De verdeling van het land van Breda in 1287', Jaarboek en registers van de Geschied- en
Oudheidkundige Kring van Stad en Land van Breda "De Oranjeboom"deel XL11, 1989,1-37.
18. Camps, ONB I, nr. 1374, ca.1313.
19. Kruisheer. OHZ II, nr. 575 van november 1235.
20. Ibid., nr. 576 van 24 december 1236 en nr. 801 uit 1248.
21. Ibid., nr. 816 van 4 mei 1249.
22. F.W.N. Hugenholtz, Floris V, 85-87 (Bussum 1974).
23. Kruisheer, OHZ IV, nrs. 2455 en 2466 van resp. 12 en 27 april 1290.
24. Ibid. nrs. 2464 en 2467 van een niet goed bekende datering en 27 april 1290.
25. D.E.H.de Boer e.a. (ed.), 1299: één graaf, drie graafschappen. De vereniging van Holland, Zeeland en Henegouwen,
13 e.v. (Hilversum 2000).
26. Ibid., 16 e.v.
27. Jan Wagenaar, Vaderlandsche Historiën, III, 177, naar Wilhelm Procurator, ad annum 1304.
28. Veel gegevens over Jan van Beaumont zijn ontleend aan zijn biografie, geschreven door S.A. Waller Zeper, Jan van
Henegouwen, heer van Beaunont. Bijdrage tot de geschiedenis der Nederlanden in de eerste helft der veertiende eeuw
('s-Gravenhage 1914),
29. Georges Duby, Willem de Maarschalk of de beste ridder ter wereld (Parijs 1984), 87-89.
30. Waller Zeper, 248.
31. Ibid., 203. Volgens Hollestelle, 102, werd het aangeduid als 'Klein Egypte' en lag het iets ten Noorden van de eerste
stadsgrens.
32. Van Mieris II, 821 van 3 jan.1355.
33. A.A.M. Schmidt-Emsthausen, Archief van de graven van Blois, 1304-1389. (Den Haag 1982), VI.
34. Ibid., XIII.
35. Hollestelle, 109 e.v.
36. C. Busken Huet, Het land van Rembrandt. Studiën over de Noordnederlandsche beschaving in de zeventiende eeuw
(1882), 44 e.v,
37. Veel gegevens over het leven van de gebroeders van Blois zijn afkomstig uit de kronieken van Froissard zoals die
geciteerd zijn door Schmidt-Emsthausen
38. Van Mieris III, 277.
39. Ibid., 373.
40. Ibid., 277 en 347.
41. Barbara W. Tuchman, A distant mirror. The calamitous 14th century (New York, pocket ed.1979), 190, 221.
42. Van Mieris III, 535, 18 september 1389.
43. Archief graven van Blois, XVII e.v.
22
