diens weduwe. In de ontstane vacature werd voorzien door de leveranties voortaan te gunnen aan Symon Moulert. In 1618 komt dan een beslissend moment: Richard Schilders vraagt toestemming om zijn ambt neer te leggen, want hij is oud en wil zich terugtrekken in een 'gherust-huys'. De Staten staan dat verzoek toe en na enige tijd krijgt Symon Moulert het ambt van drukker-ordinaris. De benoeming was eigenlijk logisch: Moulert leverde al jaren en was al jaren actief als drukker. Bovendien was er nauwelijks concurrentie, want de enige andere boekdrukker in Middelburg, Hans vander Hellen, werkte er pas sinds 1616 en had nog geen enkel zakelijk contact met de Staten. Na de benoeming tot drukker-ordinaris en zeker na de dood van Symon Moulert in 1623 lijkt het bedrijf langzaam maar zeker van karakter te veranderen. Natuurlijk geeft ook de weduwe Moulert nog wel nouvellen en studieboeken en theologische werken uit, maar de samenhang tussen de uitgaven gaat steeds meer ontbreken. We zien bijvoorbeeld herdrukken van schoolboeken uit de zestiende eeuw, waarbij het niet duidelijk is waarom nu juist deze titels worden uitgegeven. Daarnaast staan dan weer studieboeken voor rekenen en boekhouden van de Middelburgse tijdgenoot/schoolmeester Johan Coutereels en uitgaven van preken van de toen al overleden predikant Faukelius. Zeker na het overlijden van de weduwe Moulert lijkt het er op dat er geen beleid meer bestond wat de uitgaven betrof. Het bedrijf was blijkbaar allereerst drukkerij geworden en Geeraert Moulert drukte de uitgaven waar anderen hem mee belastten. Zo verschenen in 1642 bij Geeraert de verzamelde Latijnse gedichten van de overleden Schotse hofdichter Arthurus Jonstonus, terwijl de Moulerts zich nooit hadden bemoeid met de uitgave van literaire werken. Die uitgave werd verzorgd door William Prang, de predikant van de Schotse gemeente te Veere en vermoedelijk heeft die het drukken en uitgeven van het werk bij Moulert ondergebracht. Het is heel goed mogelijk dat die accentverschuiving van uitgever naar drukker werd veroorzaakt door de benoeming tot drukker-ordinaris. De vervulling van dat ambt betekende dat men in elk voor- en najaar een flinke hoeveelheid ordonnanties over de belastingen aan de Staten moest leveren en daarnaast leverde men zeer geregeld allerlei plakkaten in boekvorm en als affiche waarin nieuwe maatregelen van de overheid bekend werden gemaakt. Van al dit drukwerk zijn er slechts enkele tientallen exemplaren overgeleverd, maar op grond van de vermeldingen in de facturen is te berekenen dat de Moulerts tienduizenden vellen drukwerk voor de Staten hebben gemaakt en dat moet een flink beslag op hun drukcapaciteit hebben gelegd. Wat wel in een redelijk aantal bewaard gebleven is, is een van de boeken die de weduwe Moulert in opdracht van de Staten uitgaf. Dit boek, de Chronici Zelandiae van Jacobus Eyndius, was door de Staten geaccepteerd als een officiële geschiedschrijving van Zeeland en kreeg dan ook een passende dure uitvoering op groot papier, terwijl er daarnaast een goedkopere druk op kleiner formaat verscheen. Die dure uitvoering is niet erg typerend voor de uitgaven van Moulert zelf. Over het algemeen is hun werk eenvoudig en degelijk uitgevoerd, passend bij het overwegend didactische en theologische karakter van hun fonds. Kenmerkend is ook dat bijna geen enkele van hun uitgaven geïllustreerd is. Liefhebbers van boeken met fraaie gravures zullen zich voor Middelburg in de eerste helft van de zeventiende eeuw moeten richten op de uitgaven van Hans vander Hellen of Jan Pieters vande Venne, maar niet op die van de Moulert-familie! Totaalbeeld Pogingen om een totaalbeeld te schetsen over een tijd die vierhonderd jaar achter ons ligt en over personen over wie we maar zeer indirecte informatie te hebben, zijn eigenlijk bij voorbaat tot mislukken gedoemd. Het belang ervan ligt dan ook niet zozeer in het ontstane beeld zelf, als wel in het pogen om in elk geval een paar lijnen te tekenen. Onze feitelijke kennis over de Moulerts blijft beperkt. We weten dat ze, vermoedelijk vanuit Frankrijk komend, zich in 1597 in Middelburg vestigden; al snel vonden ze daar een pand op de 7

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2001 | | pagina 9