dat Elisabeth, de vrouw van Symon en later de weduwe Moulert, vrij geregeld tekende voor
ontvangst van de bedragen die de Staten moesten betalen. Zij was dus blijkbaar actief betrokken bij
de bedrijfsvoering. Er is ook een factuur bewaard gebleven waarin dezelfde Elisabeth, toen ze al
weduwe was, bedragen opvoert voor extra krachten die gehuurd moesten worden om een karwei
voor de Staten op tijd af te ronden.
De meest concrete aanwijzingen voor het aantal personeelsleden bevinden zich in drie facturen die
betrekking hebben op de invoering van het eerder genoemde Cleyn Zegel, want daar worden
bedragen genoemd voor arbeidsuren. De facturen hebben betrekking op de jaren 1625 en 1626, toen
Jacob Moulert de bedrijfsleider was. In de eerste factuur worden bedragen opgevoerd voor Jacob
zelf, voor de knechten Hans en Adriaen en voor twee leerjongens; de tweede factuur noemt Jacob,
Hans en Adriaen en bovendien Geeraert; de laatste noemt Jacob, drie knechten en een leerjongen.
Op grond van deze gegevens werkte het bedrijf dus zeker met vijf man. Dat karwei voor het Cleyn
Zegel nam bovendien veel tijd in beslag, grof geschat voor 1625 zo'n acht werkweken voor vijf
man, terwijl daarnaast de boekhandel gewoon doorging. Ook de drukpers stond niet stil, want in
1625 en 1626 werden er de gebruikelijke ordonnanties en plakkaten voor de Zeeuwse Staten
gedrukt en bovendien verschenen er tamelijk omvangrijke werken van Philippus Lansbergius en
van Johan Coutereels. De productie van drukwerk voor 1625 mogen we schatten op ongeveer
51.000 vellen en voor 1626 op 27.000. In de drukhistorische literatuur gaat men uit van een
productie van 750 vel per dag per pers en daarmee rekenend zou er dus in 1625 ongeveer zeventig
dagen gedrukt zijn, ongeveer twaalf weken van zes werkdagen. Voordat er gedrukt kon worden en
terwijl er gedrukt werd, waren er natuurlijk al een of meer zetters bezig en na afloop van het
drukken was er ongetwijfeld nog allerlei bindwerk te doen. Zelfs als we ervan uitgaan dat Elisabeth
Moulert voor de winkel zorgde, is het voor vijf man personeel stevig aanpakken geweest.
Zelfstandig ondernemer en 'ordinaris-drukker'
Bij bestudering van de titelpagina's van de boeken die de Moulerts hebben uitgegeven, wordt
duidelijk dat er kort na 1618 een verandering is opgetreden: opeens vermeldt het drukkersadres dat
Symon Moulert 'Ordinaris Drucker van de Heeren Staten van Zeelandt' is. Die verandering is
belangrijk en behoeft ook enige toelichting.
Toen Symon Moulert zich in 1597 in Middelburg vestigde, deed hij dat als zelfstandig ondernemer
die probeerde als drukker en boekverkoper een bedrijf op te bouwen. De andere drukker in
Middelburg, Richard Schilders, was op dat moment de drukker-ordinaris van de Zeeuwse Staten.
Het woord 'ordinaris' betekent in dit verband dat er tussen Schilders en de Staten afspraken waren
gemaakt die door Schilders per eed waren bevestigd, over het drukken van al het officiële drukwerk
dat de Staten nodig hadden. Die 'ordinaris'-functie bestond overigens niet alleen voor drukkers,
maar ook voor veel andere leveranciers. Het is aannemelijk dat zo'n ordinaris-functie zowel voor
de Staten als voor de functionaris in kwestie een aantal pluspunten had. De Staten konden
bijvoorbeeld zo voorrang krijgen voor hun opdrachten en ze konden discretie eisen, de drukker-
ordinaris was verzekerd van een vaste hoeveelheid werk en bovendien was de titel natuurlijk ook
een reclame voor de kwaliteit en de betrouwbaarheid van zijn bedrijf. Blijkbaar werkte het systeem
naar behoren, want het ambt van drukker-ordinaris, anders gezegd het ambt van Statendrukker,
bleef in Zeeland bestaan tot 1804. Overigens kenden ook de andere Staten van de Nederlanden deze
ordinaris-ambten en ook steden en instellingen als universiteiten hadden hun ordinaris-drukkers.
Tot 1618 was er voor Symon Moulert geen mogelijkheid om drukker-ordinaris te worden en we
zien dan ook dat hij zich in die beginjaren als zelfstandig boekverkoper niet op de overheid
richtte. Het lijkt er meer op dat hij probeerde een uitgeversfonds op te bouwen dat steunde op
kleine nieuwsblaadjes enerzijds en anderzijds op studieboeken en theologische werken. De
5