stellen; in 1515 werd het darinkdelven door Karei V geheel verboden. Nog minstens een eeuw moeten de Zeeuwen nadien voortgedolven hebben. En incidenteel ging het door tot in de twintigste eeuw. Zo ontstond er gedurende de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) in het Oost Zeeuws-Vlaamse Philippine nog een levendige handel in lamsoren en derrie (darink) Buitendijkse sporen van moemering bij Moggershil waren volgens de Thoolse gemeentearchivaris Hans Zuurdeeg tot in recente jaren te zien. Ze vormden een patroon van greppelachtige structuren, tot tegen de stroomgeul aan. De sporen zijn sindsdien bedekt met zand en slik. Herontdekking Het verdronken Moggershil is verschillende malen 'herontdekt'. Halverwege de jaren zeventig van de twintigste eeuw meldde de heer Roozemond, een amateur-historicus, zijn bevindingen aan de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek in Amersfoort. Een vroegere landbouwer had bij het verdronken dorp met zijn spade een 'kelderachtige ruimte' aangeboord. Roozemond zelf was met de huidige boer ook op onderzoek uit geweest. De landbouwer had bij het ploegen op verschillende plekken de fundering van de kerk van Moggershil aangetroffen; sommige resten waren een meter dik. Roozemond betitelde de kerk als een 'eenvoudige kapel', afgaand op een rechthoekig stuk zandige grond in het geploegde veld. De kerk had op een hard opgehoogd terrein gestaan, aldus de amateur-historicus. Daar ging de vliedbergtheorie van J.C. de Man. 'Hil' duidde waarschijnlijk niet op een vliedberg, maar op de verhoging waarop de kerk stond. De grond voor die verhoging verkreeg men vermoedelijk door het graven van een gracht om het kerkterrein. De Moggershillenaars grondvestten hun kerk dus op een veilige 'hil', maar ondergroeven tegelijkertijd hun eigen dorp met het darinkdelven. Mede hierdoor spoelde Moggershil tussen 1509 en 1570 van de kaart. Maar niets gaat helemaal verloren. Nog altijd sluimeren funderingsresten onder de bouwvoor. En de naam Moggershil bleef bewaard in een polder die nog steeds bestaat. Op Tholen spreken ze evenwel van 'Mokershil'. Bronnen en literatuur Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland Archeologie (v/h Provinciaal Archeologisch Centrum Zeeland), Middelburg. Zeeuws Archeologisch Archief (ZAA), doss. 43C/4Z. Encyclopedie van Zeeland (dl. II, Middelburg 1982), 335. Jan J.B. Kuipers, "Moggershil groef eigen graf, Provinciale Zeeuwse Courant 14 februari 2001 (rubriek 'Even Omzien', ed. Bevelanden/Tholen). J.C. de Man, 'De vluchtbergen in Schouwen, de Bevelanden en Tholen'Archief Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen 1897-VIII-2, 1-142 (57-58). M.H. Wilderom, Tussen afsluitdammen en deltadijken (dl. II, Middelburg 1964). 29

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2001 | | pagina 31