cantate
VÓÓR II C T
FEEST
VAN
JEZUS Ji EM ELFAART.
Tr
\jtti I trijf.pi wij tSjdcn djj
Aet Je?»* oruca K&nisg!
fcit jHicV lU-m toe-, rest diep untz-K
't Is 't Fcot van Zijne Krooniiig:.
ai 'i iwmcDjcb iuïebt voor Zijn rroont
Wat fchand vrs: hoon
Voor ons «n d* sarde
Zoo Ook ons lied
ZKt» ftoi'.eo niet
Jrij 'r tM-(i dei Hcx«3i rat—'4
Rtt »A1 vioovlft
Triomf i HaücJoj* f Triomf
Ja, t-t In eeuwigheid Triomfl
0 Glorie sdlcr tlKen
iru-
De Middelburgse versie van 'De
Hemelvaart' (Zeeuwse Bibliotheek).
VAN GELI SCHE
GEZANGEN,
OM KEVENJ
HET BOEK DER PSALMEN
ii; dis
OPENBAREN GODSDIENST
T N DB
XI
ÖERL ANDSCHHT MERVORMDE GEMEENTEN
- -tic a rry i'/.i - - -<■' -
GEBRCIlT TB TOXDlHi
-ri: - r
OP CJTSRt'StELIJKEff LAST
"t tüuri
VAN A4JUE DIJ ^YNjfTU E N
•-
-Am j>
VOORNOEMDE CEMRENTEN
BIJEEN VERZAMELD EN JN OUD*
CEBRAOT I« DE JAREN
IÖ03, l804 EN i8ö.V
t b axiTasAM, iïj
dik HSKctr k b t ti a V'j. itas'nr 1» ook
IN tOfOIi
TE HAARLEM,
JonANHEf ÏRICBBDI B N O O HEN.
TE GROWING*!»,
R. J. SCniERBEEK EP» VAN HETHlMISEH «OSCH-
I 8 I 8.
Titelblad van de 'Evangelische
Gezangen' (Haarlem 1818; particuliere
collectie).
zich hiertoe misschien gedwongen, doordat hij andere middelen tot zijn beschikking had. In het
geval van De Hemelvaart waren zijn twee voorbeelden gedomineerd door afwisselingen van
verschillende koorcombinaties. Bij de Middelburgse Hemelvaart vormen kleinere ensembles het
zwaartepunt.
Uit de al beschreven gebeurtenissen in Den Haag blijken dat delen uit Van Alphens Proeve van
liederen en gezangen vaker tot cantates werden verwerkt, dat dit hier ook het geval was, lijkt
waarschijnlijk. Toch moet men dan niet alleen van de bundel van Van Alphen op de hoogte zijn
geweest, maar ook van de praktijken die in Den Haag gebezigd werden. Wederom lijkt ds. Antonie
van Deinse de meest geschikte kandidaat. Het geval van De Hemelvaart staat ook niet op zichzelf.
In 1816 is door 'De Eensgezindheid' een cantate tot klinken gebracht die de titel droeg: De Hoope
der Zaligheid. De tekst is een bewerking van het oorspronkelijk werk van Hiëronymus van
Alphen.25 Eenmaal op muziek gezet werd het werk in 1810 uitgevoerd in Utrecht door het
zanggenootschap Tot Hoger Doel, onder leiding van componist en organist Frederik
Nieuwenhuizen. Welke tekst in Utrecht werd gebruikt, is onbekend.26
17