TWEEDE ZANGDEEL ui i - - TRIUMF-L I E D. 5 O L O. Triamf! Halleluja! Triumf! Ja, tot in Eeuwigheid Triumf! A Glorie alief dhgeri! Halléluja! Holléiujal \Vij ftunn nier meer op Golgotha, Maar bij den Zegewagen, Die onzen Vorst, met blij gefchal Op Englenwlekendragen zal, Ver boven duizend Zonnen Om, met zijn bloed voor God te fin an En zijne Vrienden voor te gaan Die Loop en Strijd begonnen. t H O R A A U Triumf! Halleluja! Triumf! ja, tot in Eeuwigheid Triumf! De Strijd is afgeArcden. Staan Dood en Hel verbleekt van fpijr, De gandfche Ikmcl is verblijd, Nu Hij zal binnentreden. Triomflied uit het tweede deel van 'De Hemelvaart' zoals dat in Den Haag is uitgevoerd (Gemeentearchief Den Haag). s i. CoUliuMc waard, Wfcrttr tast cci* oitï- vangen In tien brmel: d\aar«l, Tlians op 't hoog^r verb Hid, Zingc t" allen tyd, Blijde. lof gezangen T tr LEDE LA iV G D E E E. An.JA. Triomf! tlnlleluisl Triumfl Ja, tvit in vcuwiglicul TriumJ! o Glorie aller dagen! Halleluja! Halleluja! V ffxti niet mevr op iofqotlj.? Maar bij den Zegewagen, Die onzen Vorcr, wet blii gfifchal, Op ciglcmvti'Vendragen zal, Ver Hoven duizend /Jonnen; Oni met ziin bloed voor God te (laan; En zijne vrienden voor te gaan, Dia loop en firi'd begonnen. II V. T OKIOCU KOOR. Triumf! Halleluja! Triumf! Ja, tot in eeuwigheid Triumf! De Triomflied uit het tweede deel van 'De Hemelvaart' zoals die in Leiden ten gehore werd gebracht Koninklijke Bibliotheek). de Proeve van liederen en gezangen, noch lijkt het zijn oorsprong te hebben in de Haagse cantate De Hemelvaart. Wij herkennen wel het tweede lied in de feestzang De Hemelvaart uit de Proeve, dat wil zeggen, grotendeels: in plaats van zes coupletten zijn hier vier waarbij de tweede en vierde nieuw gedicht lijken te zijn. Vergelijking met een andere bron biedt helaas geen uitkomst: dit tweede lied uit De Hemelvaart is met enige wijzigingen opgenomen in de Evangelische Gezangen als gezang nummer 146. Het bestaat ook uit maar vier coupletten met enige wijzigingen, maar is niet identiek aan de tekst uit de Zeeuwse Hemelvaart. Is deze tekst door Van Alphen zelf geschreven, of is hij vervaardigd door een nog onbekende auteur? Als inderdaad een andere schrijver zich van het werk van Van Alphen heeft bediend, hebben wij dan te maken met een geval van 'plagiaat' avant la lettre? Door zijn positie en achtergrond is Antonie van Deinse hoofdverdachte in deze zaak. Net zoals bij het echte detectivewerk moeten wij constateren, dat hij zowel een motief als gelegenheid had. Als Van Deinse inderdaad cantates in Middelburg wilde introduceren, kon hij zo op het idee zijn gebracht aan een eigen productie te beginnen op basis van een bestaande tekst. Van Deinse voelde 16

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2001 | | pagina 18