UïiJJiSAt
DANKWOORD WINNAAR JACOB CATSPRIJS 2000 IN DE
CATEGORIE BOEK*
Peter Priester
Het spijt me dat ik zelf niet bij deze prijsuitreiking aanwezig kan zijn. Op dit moment zit ik in
Berlijn. Mijn reis naar deze stad legde ik reeds enkele maanden geleden vast en ik zag helaas geen
kans dit op korte termijn nog te veranderen. Ik kom pas a.s. zondag terug: te laat dus om de prijs
persoonlijk in ontvangst te nemen en u op deze bijeenkomst toe te spreken. Toen ik enkele dagen
geleden hoorde dat ik de eerste Jacob Catsprijs voor het beste boek had gewonnen, kwam dat toch
wel als een verrassing. Ik had in de voorafgaande maanden de Geschiedenis van de Zeeuwse
landbouw weliswaar op de nominatie lijst zien staan, maar daar stonden nog één of twee andere
kanshebbers op, zag ik.
Ik ben echter niet alleen verrast, maar vooral ook erg blij met de prijs. Ik zou dan ook graag mijn
dank willen uitspreken aan. in de eerste plaats, de mij onbekende lezer die mijn boek heeft gelezen
en dit kennelijk zó goed vond. dat hij of zij het nominatieformulier heeft ingezonden. Dank ook, in
de tweede plaats, aan de nominatiecommissie die de voordracht heeft gesteund, en, tenslotte, aan de
leden van de jury.
Het is een hele eer de Jacob Catsprijs voor het beste boek te ontvangen. Ik ken het juryrapport nog
niet, maar persoonlijk zie ik de toekenning van de prijs toch vooral als een bekroning voor mijn
inspanningen een nieuw handboek te schrijven over de Zeeuwse landbouwgeschiedenis. Ik heb aan
het onderzoek en, later, aan het schrijven veel genoegen beleefd.
Vooral aan mijn werkzaamheden op het Rijksarchief in Middelburg heb ik goede herinneringen. Ik
ben daar in het begin van de jaren '90 erg gastvrij ontvangen en kreeg zelfs de beschikking over een
eigen werkkamer. Voor deze dienst, die toen nog erg krap was gehuisvest, was dat een zeer royaal
gebaar. Zó riant zal ik het als bezoekend onderzoeker in de toekomst niet gauw meer krijgen, denk
ik.
Het schrijven van een boek is echter vooral achteraf, als het eenmaal bij de drukker ligt, leuk.
Vóórdat het zover was, heb ik soms aardig met de tekst zitten worstelen. Voor een deel was dat mijn
eigen schuld. Ik had mijzelf als taak gesteld een boek te schrijven dat wetenschappelijk
verantwoord, kwantitatief én toegankelijk was. Het combineren van die drie eigenschappen bleek
echter lastig. Wetenschappelijke analyses van cijfermateriaal vond (en vind) ik erg belangrijk, maar
al die droge cijfers laten zich nu eenmaal moeilijk in een leesbaar verhaal persen. De oplossing is
Boerderij omstreeks 1600,
vermoedelijk gelegen nabij St.
Laurens op Walcheren. De
talrijke, het erf omzomende,
knotwilgen zijn opvallend.
30